Gedaan met laden. U bevindt zich op: Opinie Jan Smedts - Van versnippering naar vertrouwen: zo bouwen we aan een veilige en privacy-vriendelijke digitale overheid Digitaal Vlaanderen

Opinie Jan Smedts - Van versnippering naar vertrouwen: zo bouwen we aan een veilige en privacy-vriendelijke digitale overheid

Nieuwsbericht
11 februari 2025

Veiligheid is een fundament voor een betrouwbare digitale samenleving. En dat fundament staat onder forse druk: het aantal aanvallen op Vlaamse infrastructuur is de afgelopen jaren ver-zevenvoudigd! Vandaag sta ik stil bij hoe we bouwen aan een veilige en privacy-vriendelijke digitale overheid.

13 uur per dag. Dat is hoeveel tijd we dagelijks spenderen met digitale technologie. Of we nu door LinkedIn scrollen, mails beantwoorden, onze belastingen aangeven, boodschappen bestellen, betalingen doen, de thermostaat vanop afstand bedienen of Het Journaal streamen vanuit de zetel.

Bits en bytes zijn in korte tijd bijna even onmisbaar geworden als zuurstof, water of elektriciteit. We kunnen niet meer zonder. Maar wat als de mailservers onbereikbaar zijn? Als Mijn Burgerprofiel hapert? Of als de supermarkt- of bankapp plots niet werkt? Het zijn scenario’s die ons dagelijks leven direct ontwrichten.

Hoe meer ons leven digitaliseert, hoe groter de gevolgen van storingen.

Tegelijk worden onze systemen aantrekkelijker voor malafide spelers. Cyberaanvallen zijn geen verre dreiging meer, ze zijn deel van ons dagelijks bestaan. Om u een idee te geven: sinds de inval van Rusland in Oekraïne zijn cyberaanvallen op de systemen van de Vlaamse overheid met een factor zeven toegenomen. Ook de private sector wordt steeds vaker geviseerd, van lokale kmo’s tot internationale bedrijven.

Toenemende kwetsbaarheid

Onze digitale infrastructuur behandelen we nog niet als vitale organen. Vergelijk het met elektriciteitsnetwerken: een stroomstoring brengt onmiddellijk acties op gang, terwijl een digitale storing vaak als een tijdelijk ongemak wordt gezien. De regelgeving die ons moet beschermen is vaak goed bedoeld, maar moeilijk uitvoerbaar. Bovendien is de verantwoordelijkheid voor beveiliging verspreid over te veel actoren.

Daarnaast lopen onze systemen achter op de tools die cybercriminelen tot hun beschikking hebben. Hackers profiteren van geavanceerde technologieën zoals AI en machine learning om kwetsbaarheden te ontdekken, terwijl onze verdediging soms gebaseerd is op verouderde systemen.

Hoe lossen we dat op?

In een ideale wereld behandelen we privacy- en databeheer zoals een griepvirus. Alles begint bij preventie en eindigt bij een worst-caseplan:

  • Hoe herken je een dreiging? Denk aan verdachte e-mails of onverwachte verzoeken om gevoelige informatie.
  • Wat doe je bij een incident? Denk aan stappen om snel schade te beperken en systemen uit de gevarenzone te halen.
  • Hoe beschermen we kwetsbare groepen? Niet iedereen is digitaal even vaardig, dus begeleiding en educatie zijn cruciaal.
  • Welke protocollen volgen we bij een ernstig probleem? Hier is samenwerking tussen overheden en bedrijven essentieel.

Preventie betekent investeren in bewustwording en training, niet alleen voor IT-specialisten, maar ook voor overheidsmedewerkers en onze burgers. Hoe meer we begrijpen over digitale dreigingen, hoe beter we ze kunnen voorkomen.

Inhoud is aan het laden

Vlaanderen zet stappen

De Vlaamse Regering kondigt in het Regeerakkoord alvast de oprichting aan van het Vlaams Centrum voor Digitale Veiligheid. De Vlaamse minister van Digitalisering, Matthias Diependaele, neemt daarmee de verantwoordelijkheid op om Vlaamse en lokale overheden actievere ondersteuning te bieden. Samen met alle betrokkenen krijgt het Centrum dit jaar verder vorm.

Dit Centrum dient in de eerste plaats een cultuur van digitale veiligheid te creëren. Zoals we de autogordel en de fietshelm omarmd hebben, zo moeten we ook digitale veiligheid omarmen. Samen zijn we veel sterker om onze weerbaarheid te vergroten.

Deze initiatieven zijn broodnodig. Uit de Digimeter van 2023 blijkt dat het vertrouwen in de digitale overheid voor het eerste jaar op rij daalde.

Dat is goed en slecht nieuws. Slecht nieuws, want een digitale overheid hoort een baken van vertrouwen te zijn. Goed nieuws, want het betekent dat burgers veel gevoeliger en alerter zijn voor digitale dreigingen, en ze digitaal vertrouwen meer dan ooit belangrijk vinden.

En vertrouwen begint met eenvoud en overzicht. Burgers zijn vandaag kritisch over de complexiteit van digitale overheidsdiensten. Het aantal mensen dat uitsluitend digitale dienstverlening prefereert, daalde voor het eerst. De belangrijkste klacht? De versnippering van loketten, websites en apps. De overheid exporteert nog vaak de interne complexiteit naar buiten.

Vertrouwen = één overheidservaring

Burgers vragen om eenvoud en overzicht. Maar liefst 80 procent wil al hun overheidszaken op één centrale plaats regelen. Dit vertrouwen herwinnen betekent investeren in voorspelbare en herkenbare digitale toepassingen.

Wat we nodig hebben, is een unieke en inclusieve digitale ervaring:

  • Eén centrale plaats voor alle aanvragen, processen en berichten. Van een verkeersboete tot een vergunningsaanvraag. Eén plaats.
  • Eén consistente ervaring. Voorspelbaarheid creëert vertrouwen. We moeten zorgen dat élke website en app op dezelfde manier werkt
  • Eén consistente en voorspelbare manier waarop burgers hun gegevens kunnen beheren, die gegevens kunnen delen en zo meer vat hebben over hun privacy

Kortom, we hebben overheidsdiensten nodig die zich aanpassen aan de logica van burgers en bedrijven. Gebruikers moeten zich niet aanpassen aan een complexe structuur.

Deze aanpak verhoogt niet alleen de kwaliteit van onze dienstverlening, maar versterkt ook het vertrouwen in én de veiligheid van die diensten. Want digitale technologie is pas echt krachtig als ze betrouwbaar en veilig is.

Jan Smedts
Hoofd van Digitaal Vlaanderen