Brieven en e-mails - Gegevens van de geadresseerde
Adressering in een brief
Adresseer een brief altijd zo precies en volledig mogelijk.
Vermeld de naam van de geadresseerde voluit als u die kent. Als u de voornaam niet voluit kent, vermeldt u een of meer initialen.
Als u weet dat de geadresseerde als vrouw of man aangesproken wil worden, kunt u eventueel voor de naam mevrouw of de heer toevoegen. Mevrouw wordt afgekort tot mevr. of mw. en de heer tot dhr. Schrijf mevrouw en de heer bij voorkeur voluit.
Als de voorkeur van de geadresseerde niet bekend is of als het gender van de geadresseerde niet relevant is, kunt u volstaan met de voor- en achternaam. In de plaats van de voornaam kunt u ook de voorletter(s) vermelden.
Hieronder staan enkele voorbeelden van adresseringen voor individuele personen.
Als u verschillende personen op één adres aanschrijft, zijn er heel wat mogelijkheden voor de adressering. U kunt het best de aanschrijfvorm gebruiken die bij de voorkeur van de personen zelf aansluit. Hieronder staan enkele voorbeelden van adresseringen voor partners of personen die op hetzelfde adres wonen.
Bij adresseringen aan bedrijven en organisaties zet u de naam van de geadresseerde op de eerste regel en daaronder achtereenvolgens de functiebenaming, de naam van de organisatie en de naam van een afdeling of dienst. De afkorting t.a.v. is overbodig als u naar een medewerker van een bedrijf of een organisatie schrijft.
Vermeld voor buitenlandse adressen het adres zo veel mogelijk in de taal van de geadresseerde, met uitzondering van de landnaam. Daarvoor gebruikt u de benaming die gebruikelijk is in het land waar u de brief op de bus doet. Vóór de postcode van de buitenlandse plaatsnaam hoeft u geen internationale landcode te zetten.
Adressering in een e-mail
Kies de geadresseerden van uw e-mails zorgvuldig.
Zet alleen personen van wie u verwacht dat ze het hele bericht lezen en eventueel verdere actie ondernemen, als geadresseerden (aan:) in uw bericht.
Gebruik cc’s (carbon copy’s) alleen als dat werkelijk nodig is. Cc’s dienen om andere personen dan de geadresseerde op de hoogte te brengen of te houden, zonder dat u van hen verwacht dat ze iets doen of op het bericht reageren.
Gebruik in principe geen bcc’s (blind carbon copy’s) als u daarmee verborgen wilt houden dat u iemand anders ook van uw bericht kennis laat nemen. Eerlijk duurt meestal het langst. U kunt wel de bcc-functie gebruiken als u een mail wilt sturen naar een groep mensen die elkaars e-mailadres niet mogen of niet hoeven te kennen. In dat geval staat iedereen in bcc.