Het vrijkomen van bloemmeelfabriek De Molens in het stadscentrum van Deinze gaf een nieuwe impuls aan de hele stad. Een sterk ontwerpteam spoorde de stad aan om een ambitieuze stadskernvisie te formuleren en na te streven. Deinze zou zich opnieuw naar de Leie plooien. De Leie, die tot dan toe weinig aandacht had gekregen, werd de belangrijkste drager voor de geherwaardeerde publieke ruimte en nieuwe publieke gebouwen. Door de beschikbare publieke ruimte aan elkaar te schakelen en doorwaadbaar te maken, krijgen voetgangers en fietsers meer ruimte in het centrum. De publieke ruimte rond de Leie is nu een kwalitatieve verblijfs- en belevingsplek. Met het nieuwe Administratief Centrum, de Kunstacademie en het Leietheater is het stadsbestuur zich blijven bijstaan door uitzonderlijk sterk ontwerpwerk. Cruciaal in deze transformatie is de regierol van de stad ten aanzien van private ontwikkelaars. Het formuleren van een globale visie op de volledige stadskern zorgde ervoor dat het stadsbestuur steeds een stap voor was op private initiatieven. Door de strategische aankoop van gronden kon het bestuur randvoorwaarden formuleren bij de verkoop van diezelfde gronden aan private spelers ten voordele van publieke doelstellingen.