College van burgemeester en schepenen
Als er bij het college van burgemeester en schepenen sprake is van belangenvermenging bij overheidsopdrachten, moet het betrokken lid bepaalde regels volgen om deze belangenvermenging te vermijden.
De regels inzake belangenvermenging van toepassing op gemeenteraadsleden zijn eveneens van toepassing op de leden van het college van burgemeester en schepenen.
Het is verboden om als lid van het college deel te nemen aan de bespreking en stemming over:
- aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft (persoonlijk of als vertegenwoordiger) en er niet met zekerheid afstand van kan doen. Bij twijfel neemt de schepen beter niet deel aan de bespreking en stemming.
- aangelegenheden waarbij de echtgenoot, bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Bij de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen geldt een verbod voor bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad.
- de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap moet geven of waarvan hij lid is van het uitvoerend orgaan.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing als het lid van het college als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.
Het is voor een lid van het college verboden:
- op te treden als advocaat of notaris voor de gemeente
- op te treden als advocaat of notaris in geschillen voor de tegenpartij van de gemeente of voor een personeelslid van de gemeente bij beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente
- rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten met de gemeente of deel te nemen aan een overheidsopdracht, verkoop of aankoop voor de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap. Het is niet verboden te schenken aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of om gebruik te maken van de gemeentelijke dienstverlening (bijvoorbeeld: stedelijke kinderopvang)
- op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
Het lid van het college moet zelf oordelen of hij zich in een situatie van belangenvermenging bevindt en zich moet onthouden van de beraadslaging en stemming.