Bij begraving of teraardebestelling wordt een overledene begraven op een begraafplaats. Dat kan op 3 manieren: in volle grond, bovengronds of in een grafkelder. De gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het intergemeentelijk samenwerkingsverband (IGS) beslist welk soort begraving het toestaat. Als de gemeenteraad of het bevoegd orgaan van het IGS grafkelders toelaat, dan kan het een vergoeding tegen de kostprijs van de grafkelder vragen.
Er gelden specifieke voorwaarden waaraan de begravingen in volle grond, in een grafkelder of bovengronds moeten voldoen.
Begraving in volle grond
- Er mogen maximum 3 lijken boven elkaar geplaatst worden, op voorwaarde dat boven iedere doodskist of lijkwade een laag grond van ten minste 30 cm dikte wordt aangebracht.
- Boven de bovenste doodskist of lijkwade moet zich een laag grond van ten minste 65 cm bevinden.
- De horizontale afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm.
- Aan een graf mogen geen milieu-toxische stoffen worden toegevoegd.
Regelgeving
Begraving in een grafkelder of bovengrondse begraving
- Elke nieuwe grafkelder en elk nieuw bovengronds graf wordt zo geconstrueerd dat lucht tot de grafruimte kan toetreden en hieruit ook kan worden afgevoerd.
- De lucht moet zo worden afgevoerd dat er in de omgeving geen hinder ontstaat, zo nodig met behulp van een ontgeuringsfilter.