De Vlaamse overheid is bevoegd voor de basisreglementering van de lijkbezorging en de begraafplaatsen in Vlaanderen: de oprichting en de sluiting van begraafplaatsen, de oprichting en het beheer van crematoria, de toelating tot begraving, crematie en opgraving van stoffelijke resten of asurnen, de manieren en modaliteiten van begraving of crematie, en de oprichting van grafzerken. De gemeentelijke reglementen bepalen de aangelegenheden.
Administratieve handelingen
De dienst Burgerzaken van een gemeente moet een aantal administratieve handelingen verrichten als een inwoner van de gemeente of een persoon op het grondgebied van de gemeente overlijdt. Een ambtenaar van de burgerlijke stand stelt een overlijdensakte op, geeft toestemming tot begraving of crematie en controleert of de overledene een laatste wilsbeschikking had.
Behandeling stoffelijke overschotten
De Vlaamse overheid voorziet een basisreglementering voor de behandeling van stoffelijke overschotten en het vervoer ervan.
Lijkbezorging
De basisreglementering voor de lijkbezorging in Vlaanderen voorziet verschillende manieren van lijkbezorging: begraven, verstrooien of bewaren van de as na crematie. Wie de lijkbezorging mag regelen, is niet wettelijk vastgelegd. De rechtspraak bepaalt dat dit de persoon is die de nauwste affectieve band had met de overledene in diens laatste jaren. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg behandelt geschillen hierover.
Concessies
Gemeenten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) kunnen grafconcessies of concessies voor columbaria of urnenvelden verlenen. Dit betekent dat de laatste rustplaats van een overledene voor een vooraf bepaalde termijn blijft bestaan. Het lokaal bestuur bepaalt het bedrag en de duur van de concessie. De nabestaanden kunnen een verlenging van de concessie aanvragen. Niet-geconcedeerde graven blijven voor een periode van 10 jaar bewaard.