Ambities voor een lokaal mobiliteitsplan
Met een focus op nabijheid, bereikbaarheid en multimodale verbindingen draagt duurzaam mobiliteitsbeleid bij aan een betere leefkwaliteit, veiligere wegen en een efficiënter vervoerssysteem.
Duurzame mobiliteit: een gedeelde uitdaging
Duurzame mobiliteit is een belangrijke uitdaging voor steden en gemeenten en een zorg voor vele burgers en beleidsmakers. We willen allemaal graag zuivere lucht kunnen inademen, veilige én vlotte verplaatsingen kunnen maken, en we willen ook dat iedereen dat kan, van 8 tot 88 jaar, mobiel en minder mobiel.
Verplaatsingen zijn echter geen doel op zich, maar een gevolg van de ruimtelijke organisatie en onze wens om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. In ons mobiliteitsbeleid moeten we dus een omslag maken van een infrastructuurgericht beleid naar een beleid dat meer inzet op nabijheid, bereikbaarheid en leefkwaliteit. Dit zorgt ervoor dat we de vervoersvraag kunnen beheersen.
Een bundeling en concentratie van voorzieningen en functies kan de behoefte aan verplaatsingen en het aantal afgelegde kilometers verminderen, en tegelijkertijd ook het stappen en fietsen stimuleren. Bovendien is die bundeling een noodzakelijke voorwaarde om voldoende kritische massa te creëren voor lokale basisvoorzieningen en een performant openbaar vervoer. Nieuwe ontwikkelingen, zowel op gemeentelijk als bovenlokaal niveau, bieden kansen om ruimtelijk beleid en duurzaam mobiliteitsbeleid beter op elkaar af te stemmen.
Een robuuste vervoersstructuur
Een goed functionerende vervoersstructuur vraagt om:
- Een betere afstemming tussen vervoersmodi.
- Een goede inpassing van verkeer in de omgeving.
Binnen het kader van het decreet basisbereikbaarheid werden heel wat netwerken herdacht. Het nieuwe netwerkconcept gaat uit van een multimodale benadering. De verschillende routes kregen een hiërarchie. Daar waar het RMP uitspraken deed over het regionale en interlokale niveau, kan dit in het lokale mobiliteitsplan verfijnd worden naar de netwerken op het lokale niveau. Ook een vertaling naar snelheidszones en de afbakening van verblijfsgebieden behoort tot de mogelijkheden.
Het uitbouwen van een performant netwerk voor de verschillende vervoersmodi moet daarbij het uitgangspunt zijn. Het is daarbij essentieel dat die verschillende netwerken complementair zijn, op elkaar afgestemd en goed uitgewerkte knooppunten bevat waar de omschakeling van de ene naar de andere modus eenvoudig kan gebeuren.
Uitdagingen in mobiliteitsbeleid
Duurzaam mobiliteitsbeleid heeft te maken met drie belangrijke uitdagingen:
- het verhogen van de verkeersveiligheid,
- het wegwerken van mobiliteitsarmoede,
- de verhoging van de leefkwaliteit.
De groei van bevolking en bedrijvigheid gebeurt in Vlaanderen nog steeds erg verspreid over het grondgebied. Dat werkt congestie in de hand en maakt een bundeling van goederenstromen of het inzetten van hoogwaardig openbaar vervoer moeilijk.
In stads- en dorpscentra zou te voet gaan of de fiets gebruiken vanzelfsprekend moeten zijn. Deze modi zijn gebruiksvriendelijker en vaak ook sneller dan een auto of het openbaar vervoer. Mede door de diversifiëring van types fietsen zit het imago en het gebruik van de fiets in de lift. De fiets wordt immers gekoppeld aan waarden als eenvoud, vrijheid, gezondheid, beleving, en is bovendien ook goedkoop en toegankelijk. Het is dus belangrijk om die omslag in cultuur ook infrastructureel ruimte te geven.
Het voorzien van sterk openbaar vervoer wordt behandeld in het regionaal mobiliteitsplan, maar ook op lokaal niveau kunnen ingrepen gebeuren om de aantrekkelijkheid en de doorstroming te verbeteren.
Het gemotoriseerd vervoer kunnen en willen we ook niet wegdenken. Op lokaal niveau kan via een coherent en doortastend parkeerbeleid sturend opgetreden worden in het autogebruik, zonder dat dit de economie in het hart treft.
Multimodale knooppunten
Knooppunten waar de verschillende modi samenkomen, worden uitgerust met een infrastructuur die gecombineerde verplaatsingen op een vlotte en toegankelijke manier mogelijk maken, waarbij er tegelijkertijd voor gezorgd wordt dat ook het wachten op een aangename manier kan gebeuren.
Verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid
Verkeersveiligheid blijft een belangrijke randvoorwaarde. Voor een veilige weginrichting wordt een goede afstemming tussen de functie, de vorm en het gebruik van de weg nagestreefd. Verkeersveiligheid is tevens verwant aan verkeersleefbaarheid. De aanwezigheid van vrachtverkeer in kernen is nadelig voor beide thema’s. Het is een uitdaging om bereikbaarheid te blijven verzekeren voor verschillende vervoersmodi en tegelijk de veiligheid te garanderen. Soms moet men ook gedurfde keuzes maken.
Aanbod en vraagzijde in balans
Mobiliteitsbeleid kan inspelen op zowel de aanbodzijde als op de vraagzijde.
De aanbodzijde gaat over het uitrusten van infrastructuur, het voorzien van goed en toegankelijk openbaar vervoer, maar bijvoorbeeld ook over het aanbieden van deelwagens en deelfietsen.
Inspelen op de vraagzijde gaat in eerste instantie over het ruimtelijk beleid, maar ook over het in vraag stellen van bepaalde niet-duurzame gewoonten, en ons openstellen voor een nieuwe mobiliteitscultuur. Een cultuur die mensen en bedrijven minder afhankelijk maakt van autobezit en autogebruik. Autodelen, parkeerbeleid, inzetten op gedragsverandering, motiveren en sensibiliseren en tot slot handhaving zijn allemaal elementen die een volwaardige plaats verdienen in een lokaal mobiliteitsplan.