Onderwijssysteem en studiebewijzen uit Nederland ter vergelijking met Vlaamse studiebewijzen
Deze pagina bevat informatie over het onderwijssysteem in Nederland. Je ontdekt met welke Vlaamse studiebewijzen je bepaalde studiebewijzen uit Nederland kunt vergelijken.
Versie 1.0 – 01/06/2024. De informatie op deze pagina’s wordt ad-hoc bijgewerkt. NARIC-Vlaanderen kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verkeerd gebruik van de informatie, zie: disclaimer van de Vlaamse Overheid.
Onderwijsniveaus Nederland
Bij elk onderwijsniveau staat met welk EQF-niveau uit het nationaal kwalificatieraamwerk elke opleiding overeenkomt. Wat het nationaal kwalificatieraamwerk in Nederland inhoudt, staat vermeld bij ‘Nationaal kwalificatieraamwerk’ hieronder.
- Stap 1
Basisonderwijs
Nederland maakt geen opdeling tussen het kleuter- en lager onderwijs. Het basisonderwijs is bestemd voor leerlingen van 4 tot 12 jaar en loopt van groep 1 t.e.m. groep 8.
In groep 8 ontvangen leerlingen vóór 1 maart een schooladvies voor 1 of 2 richtingen. Dat advies oriënteert hen naar een richting van het voortgezet secundair onderwijs: havo, vwo of vmbo. Na de eindtoets – die elke leerling in groep 8 moet afleggen – kan dit advies eventueel ‘omhoog’ worden bijgesteld door de school. Secundaire scholen houden met dit advies rekening wanneer ze een leerling in een klas plaatsen.
Speciaal onderwijs
Er bestaat speciaal onderwijs voor leerlingen van 4 tot 16 jaar die extra zorg nodig hebben. Het gaat om onderwijs die gewone scholen niet kunnen bieden, bijvoorbeeld voor slechtziende of slechthorende leerlingen.
Secundair onderwijs
Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)
Het hoger algemeen voortgezet onderwijs duurt 5 jaar (12-17 jaar). Dit omvat 3 jaar onderbouw en 2 jaar bovenbouw.
De onderbouw bestaat uit algemeen vormende vakken. In de bovenbouw kiezen de leerlingen een oriëntatie. Er zijn 4 ‘profielen’
Natuur en techniek
Natuur en gezondheid
Economie en maatschappij
Cultuur en maatschappij
Deze opleiding wordt afgesloten via een nationaal examen, waarna het havo-diploma wordt uitgereikt. Leerlingen doen examen in minimaal 7 vakken. Op basis van een diploma havo hebben leerlingen in Nederland toegang tot het hoger beroepsonderwijs (hogescholen).
Voortgezet wetenschappelijk onderwijs (vwo)
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs duurt 6 jaar (12-18 jaar). Dit omvat 3 jaar onderbouw en 3 jaar bovenbouw.
De onderbouw bestaat uit algemeen vormende vakken. In de bovenbouw kiezen de leerlingen een oriëntatie. Er zijn 4 ‘profielen’:
Natuur en techniek
Natuur en gezondheid
Economie en maatschappij
Cultuur en maatschappij
Deze opleiding wordt afgesloten via een nationaal examen, waarna het vwo-diploma wordt uitgereikt. Op basis van een diploma vwo hebben leerlingen in Nederland toegang tot het wetenschappelijk onderwijs (universiteiten) en het hoger beroepsonderwijs (hogescholen).
EQF-niveaus basis- en secundair onderwijs - Stap 2
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)
Het huidige vmbo vervangt opleidingen die voor 1 augustus 1997 onder het mavo en vbo vielen.
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs duurt 4 jaar (12-16 jaar). Na het tweede jaar kunnen leerlingen kiezen uit 4 leerwegen. Na hun 4e jaar leggen leerlingen nationale examens af in minstens 6 vakken.
Theoretische leerweg (vmbo-t) – EQF-niveau 2
Deze leerweg bestaat voor het grootste deel uit algemeen vormende vakken.
De beroepsgerichte vakken in deze leerweg situeren zich rond 4 profielen:
Techniek;
Zorg en welzijn;
Economie;
Landbouw (Groen)
Gemengde leerweg (vmbo-gl) – EQF-niveau 2
Deze leerweg bestaat voor een groot deel uit algemeen vormende vakken, maar leerlingen volgen één vak algemene vorming minder dan in de theoretische leerweg. In plaats daarvan volgen ze 4 uur beroepsgericht onderwijs.
De beroepsgerichte vakken situeren zich rond 10 profielen:
Bouwen, wonen en interieur;
Produceren, installeren en energie;
Mobiliteit en transport;
Media, vormgeving en ICT;
Maritiem en techniek;
Zorg en welzijn;
Economie en ondernemen;
Horeca, bakkerij en recreatie;
Groen;
Dienstverlening en producten
Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-kb) – EQF-niveau 2
In deze leerweg volgen leerlingen 12 uur beroepsgericht onderwijs. De algemene vakken zijn van een iets lager niveau dan die in de theoretische of gemengde leerweg.
Deze leerweg heeft dezelfde profielen als de gemengde leerweg en de basisberoepsgerichte leerweg.
Basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b) – EQF-niveau 1
In deze leerweg volgen de leerlingen ook 12 uur beroepsgericht onderwijs. De vakken zijn van een iets lager niveau dan in de kaderberoepsgerichte leerweg.
Deze leerweg heeft dezelfde profielen als de gemengde leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg.
Met een diploma van het vmbo hebben leerlingen geen toegang tot het mbo of in bepaalde gevallen tot de havo.
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
Het huidige mbo vervangt opleidingen die voor 1 augustus 1997 onder het mts, meao, mdgo, mbo (kort), mbo (lang) en leerlingwezen vielen.
Er bestaan 4 niveaus in het middelbaar beroepsonderwijs:
Mbo-1 – EQF-niveau 1
Dit is de ‘entreeopleiding’. Afgestudeerden kunnen werken als assistent op de arbeidsmarkt.
Deze opleiding duurt ongeveer 1 jaar.
Toelatingsvoorwaarden: er is geen diploma van een vooropleiding vereist.
Mbo-2 – EQF-niveau 2
Dit is de ‘basisberoepsopleiding’. Afgestudeerden kunnen uitvoerend werk doen (vb. als logistiek assistent of kapper).
Deze opleiding duurt ongeveer 1 à 2 jaar.
Toelatingsvoorwaarden: lbo, vbo, vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg, mbo-1 of mbo-2, eerste 3 jaren van havo of vwo.
Mbo-3 – EQF-niveau 3
Dit is de ‘vakopleiding’. Afgestudeerden kunnen zelfstandig werk doen (vb. verzorgende of monteur) (↔︎ uitvoerend: onder begeleiding van iemand)
Deze opleiding duurt ongeveer 2 à 3 jaar.
Toelatingsvoorwaarden: lbo, vbo, vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg, mbo-2 of mbo-3, eerste 3 jaren van havo of vwo.
Mbo-4 – EQF-niveau 4
Dit omvat de ‘middenkaderopleiding’ en de ‘specialistenopleiding’.
De middenkaderopleiding duurt 3 à 4 jaar. De specialistenopleiding duurt 1 jaar.
Toelatingsvoorwaarden middenkaderopleiding: lbo, vbo, vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg, mbo-2 of mbo-3, eerste 3 jaren van havo of vwo.
Toelatingsvoorwaarden specialistenopleiding: een mbo-3-diploma in hetzelfde studiegebied.
Leerwegen
Hiernaast kunnen leerlingen deze opleidingen ook volgen via 2 leerwegen:
Beroepsopleidende leerweg: leerlingen gaan een volledige week naar school en volgen daarnaast kortere of langere stages.
Beroepsbegeleidende leerweg: leerlingen leren het beroep meteen op de werkvloer en ontvangen hier ook een loon voor. Theorie wordt aangeleerd op school. Meestal beslaat de theorie één dag in de week. Meer dan 60% van de opleiding bestaat uit beroepspraktijk.
EQF-niveaus technisch en beroepsonderwijs - Stap 3
Deze opleidingen geven toegang tot het hoger onderwijs (zie hierboven :Onderwijsniveaus Nederland - basis- en secundair onderwijs):
Havodiploma
Mbo-4-diploma
Vwo-diploma
Hbo-propedeuse
Nationaal kwalificatieraamwerk
Elk van de niveaus in het Nederlandse onderwijssysteem (zie hierboven: onderwijsniveaus Nederland) is gekoppeld aan het Nederlandse nationaal kwalificatieraamwerk. Het raamwerk bestaat uit 8 niveaus en is gebaseerd op het EQF (European Qualification Framework). In 2012 werd het NQF gekoppeld aan het EQF. Het Nationaal coördinatiepunt NLQF is verantwoordelijk voor de inschaling. Meer info over de niveaus, zie: Europees Kwalificatiekader(opent in nieuw venster)
Beoordelingssysteem
Vergelijking Nederlandse en Vlaamse studiebewijzen
Gezondheidszorgberoepen
Erkenningsproces
Veel beroepen uit de gezondheidszorg zijn gereglementeerd. Voor de volledige procedure voor Nederlandstalige aanvragers en een overzicht van de beroepen, zie: een gereglementeerd gezondheidszorgberoep uitoefenen in België.
Lerarenopleidingen
Leerkrachten kunnen in Nederland in principe niet zonder de correcte bevoegdheid en pedagogisch diploma lesgeven in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs (havo en vwo) of het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Lerarenopleidingen worden als bachelors of masters aangeboden aan hogescholen en universiteiten. De universiteiten bieden een meer academische variant aan, soms in samenwerking met hogescholen.
De instelling voor opleiding voor basisonderwijs wordt ook wel de ‘pabo’ genoemd, naar ‘Pedagogische Academie voor het Basisonderwijs’.
Voor het voortgezet onderwijs bestaan er 2 lesbevoegdheden:
Tweedegraads bevoegdheid: geeft bevoegdheid om les te geven aan de eerste 3 klassen van havo en vwo en alle klassen van vmbo en mbo, het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs
Eerstegraads bevoegdheid: geeft bevoegdheid om les te geven aan alle klassen van havo vwo, het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
In het middelbaar onderwijs wordt voor beroepsgerichte vakken geen lerarendiploma gevraagd. Hiervoor zijn aparte trajecten of zijn er trajecten binnen het mbo zelf beschikbaar.
Agodi verantwoordelijk voor erkenning Nederlandse onderwijsdiploma’s
Via de professionele erkenning verwerft een leerkracht uit Nederland dezelfde onderwijsbevoegdheid als in Vlaanderen. Deze procedure wordt geregeld via Agodi, voor alle voorwaarden en de procedure, zie: Professionele erkenning van een buitenlandse beroepskwalificatie in het onderwijs
Accreditatie en kwaliteit
Secundair onderwijs
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) houdt een adressenlijst bij van scholen voor basis- en voortgezet onderwijs: Adressen van scholen in Nederland(opent in nieuw venster)
Beroepsonderwijs
In het Centraal Register Beroepsonderwijs (Crebo) zijn alle erkende beroepsopleidingen(opent in nieuw venster) terug te vinden. Dit zijn overwegend opleidingen ‘middelbaar beroepsonderwijs’ (mbo). Elke erkende opleiding heeft een crebonummer bestaande uit 5 cijfers. Dit nummer is ook terug te vinden op het diploma. Raadpleeg de codes per opleiding en download de studie-inhouden in het register van de kwalificatiestructuur(opent in nieuw venster).
Hoger onderwijs
In Nederland is er sprake van opleidingsaccreditatie: elke opleiding van elke erkende hoger onderwijsinstelling wordt afzonderlijke geaccrediteerd. Een erkende instelling kan dus ook niet-geaccrediteerde opleidingen aanbieden. De officiële accreditatieorganisatie is het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). Deze accrediteert sinds 2005 opleidingen in Nederland en Vlaanderen. Raadpleeg een officieel overzicht van de geaccrediteerde Nederlandse hogeronderwijsinstellingen(opent in nieuw venster). Het is mogelijk om op te zoeken via ‘instelling’ of via ‘opleiding’. Per opleiding is de accreditatiehistoriek zichtbaar.
Naast het NVAO is er ook het CROHO (Centraal Register Hoger Onderwijs), dat door het Nederlandse uitvoerende agentschap DUO beheerd wordt. In dit register zijn alle huidige accreditaties opgenomen, maar ook oudere accreditaties die niet meer in het NVAO-register staan. Voor alle opleidingen in het register, zie: opleidingsgegevens in RIO (voorheen CROHO)(opent in nieuw venster).
Controle echtheid studiebewijzen
NARIC-Vlaanderen voert bij elk onderzoek een authenticiteitsonderzoek uit. De diplomahouder moet hiervoor een aanvraag indienen bij NARIC-Vlaanderen. Via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), kan een houder van een diploma voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of hoger onderwijs zijn of haar diplomagegevens downloaden via de knop ‘uittreksel diploma’, zie Diploma’s en bevoegdheden(opent in nieuw venster). Van oudere diploma’s kan DUO niet altijd een uittreksel afleveren. Uittreksels van erkende diploma’s behaald aan reguliere scholen zijn voor het hoger onderwijs meestal beschikbaar vanaf 1996, voor het voortgezet onderwijs meestal vanaf 2006 en voor het beroepsonderwijs meestal vanaf 2007.
Een uittreksel is een digitaal beveiligde PDF. Bovenaan verschijnt een blauwe balk die bewijst dat het document door DUO gecertifieerd is. Geprinte uittreksels hebben geen waarde.
Als er geen uittreksel voorgelegd kan worden, kan er contact worden opgenomen met de school. De diplomahouder moet hier omwille van de GDPR-regels schriftelijke toestemming voor geven.