Gedaan met laden. U bevindt zich op: Politiek neutrale overheidscommunicatie Regelgeving voor overheidscommunicatie

Politiek neutrale overheidscommunicatie

In het bestuursdecreet staat dat overheidscommunicatie politiek neutraal moet zijn. Op deze pagina lees je wat dat betekent en wie daarop toezicht houdt.

Namen, foto’s of video’s van mandatarissen in overheidscommunicatie

De overheidsinstanties die onder het bestuursdecreet vallen, kunnen in hun communicatie enkel namen, foto’s of video’s gebruiken van mandatarissen (iemand die een officieel mandaat vervult, bijvoorbeeld dat van minister, burgemeester, schepen...) en politici als dat informatief is, dus als het relevant is voor de boodschap. Bij communicatie over de dienstverlening van de overheid is het zelden relevant om politici te noemen. Bij communicatie over het beleid kan dat wel relevant zijn.

In elk geval mag er zeker geen publicitaire, eenzijdige of opiniërende indruk rond de persoon worden gewekt. De inlassing moet dus bescheiden blijven, in verhouding tot de relevantie van de boodschap.

Ook verwijzen naar een partij kan alleen als het discreet gebeurt en een informatieve meerwaarde heeft. Partijpolitieke of ideologische standpunten kunnen niet in overheidscommunicatie.

Enkele concrete toepassingen

  • Een mandataris mag het voorwoord schrijven van een publicatie van de overheid of een gesubsidieerde organisatie, en het ondertekenen, maar alleen als dat informatief relevant is. Een voorwoord van een mandataris is zeker relevant als het duidelijk gaat over het beleid van de overheid. Gaat de publicatie eerder over de dienstverlening van de overheid, dan is dat minder evident. Hou een eventuele foto bij het voorwoord altijd bescheiden.
  • Een mandataris mag geïnterviewd worden in een publireportage betaald door de overheid, maar alleen als dat informatief relevant is, dus als het gaat over het beleid van de overheid. Wees voorzichtig met foto’s: laat niet de minister in de schijnwerpers zetten, maar laat het onderwerp van de publireportage in beeld brengen.
  • Interne redacties van personeelsbladen, magazines, elektronische nieuwsbrieven of socialemediakanalen nemen best een paar criteria op in hun redactierichtlijnen: wanneer is het relevant om namen van mandatarissen te vermelden of interviews op te nemen? Zo kan de redactie altijd dezelfde lijn aanhouden.
  • Bij de Vlaamse overheid is het tot nu toe niet de gewoonte dat ministers optreden in campagnes, tenzij bij regeringsmededelingen (bijvoorbeeld voor de Vlaamse Feestdag).
  • Als een organisatie steun krijgt van de Vlaamse overheid, dan maakt ze dat duidelijk door het logo ‘Vlaamse overheid’ te gebruiken, volgens de huisstijlregels voor samenwerking met externe partners. Gebruik dus niet ‘Met steun van X, Vlaams minister van Y’. Een minister mag wel genoemd worden in de communicatie van een gesubsidieerde organisatie, maar alleen als dat informatief relevant is.

Onderscheid tussen communicatie als mandataris en als partijpoliticus

Mandatarissen moeten een onderscheid maken tussen hun communicatie als mandataris en hun communicatie als lid van een politieke partij.

Als ze communiceren als mandataris, dan moet de inhoud van het beleid centraal staan, niet de mandataris zelf of de partij. Dat geldt ook voor informatie die ze aanreiken aan journalisten. Ook medewerkers of woordvoerders die in naam van de minister communiceren moeten zich daaraan houden.

Er moet tijdig voldoende informatie staan op de kanalen van de overheid zelf. De mandataris is er verantwoordelijk voor dat de administratie daarvoor kan zorgen.

Enkele concrete toepassingen

  • Een overheidsorganisatie of een mandataris mag voor meer informatie niet doorverwijzen naar een partijwebsite.
  • Mandatarissen mogen in hun e-mailhandtekening niet linken naar een website in partij-huisstijl of naar persoonlijke sociale media, zoals een persoonlijke twitteraccount of persoonlijke facebookpagina.
  • Een mandataris mag communiceren via eigen socialemediakanalen. Dat zijn persoonlijke kanalen die niet rechtstreeks of onrechtstreeks worden gefinancierd met overheidsmiddelen, en dus geen overheidscommunicatie. Om verwarring bij het publiek te vermijden, moet de naam van het account de naam van de persoon zijn, niet “minister X”.
  • Een mandataris mag een voorwoord schrijven voor een boek, brochure of krantenkatern van een organisatie zonder enige financiële band met de overheid. Maar als hij het voorwoord schrijft in zijn hoedanigheid van mandataris, is het voorwoord ook overheidscommunicatie. Zorg er dan zeker voor dat het voorwoord niet voor verwarring kan zorgen: het mag niet lijken alsof de inhoud van bijvoorbeeld het hele boek of de hele krantenkatern communicatie is van de overheid.

Controle op de politieke neutraliteit van overheidscommunicatie

De politieke neutraliteit van de communicatie van een overheidsinstelling wordt bewaakt door de controlerende organen, zoals het Vlaams Parlement, de provincieraad of de gemeenteraad. Zij houden ook toezicht op alle andere regels voor overheidscommunicatie.

Voor de communicatie van de Vlaamse overheid is er een speciale commissie die waakt over de politieke neutraliteit: de Controlecommisssie voor de Regeringsmededelingen.

Extra regels tijdens sperperiodes voor verkiezingen

Ongeveer vier maanden voor federale, regionale of lokale verkiezingen zijn er extra regels voor overheidscommunicatie. Zeker in die periode mag overheidscommunicatie niet gebruikt worden om het imago te bevorderen van een minister of een politieke partij.