Aandeel hernieuwbare energie
Het aandeel van hernieuwbare energie in het bruto finaal energiegebruik lag in 2022 op 10%. Dat aandeel is de afgelopen jaren systematisch gestegen. In 2010 ging het nog om 4,5%.
Voor hernieuwbare energie wordt in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) een indicatief streefdoel nagestreefd van 28.512 gigawattuur (GWh) hernieuwbare energieproductie tegen 2030: groene stroom (12.780 GWh), groene warmte (9.688 GWh) en biobrandstoffen (6.044 GWh, exclusieve federale bevoegdheid). Voor energie-efficiëntie wordt een streefdoel van maximaal finaal energieverbruik van 275.240 GWh tegen 2030 in het beleidsscenario (WAM) vooropgesteld als bijdrage aan de nationale besparingsdoelstelling (art. 3 EED) en een bijdrage aan de nationale doelstelling i.k.v. artikel 7 EED van 87,891 TWh (=gecumuleerde finale energiebesparing over 2021-2030).
In het Vlaamse Gewest bedroeg het finaal gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen in 2022 26.277 GWh. Daarmee lag het aandeel van hernieuwbare energie in het bruto finaal energiegebruik in 2022 op 10%. Dat aandeel is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. In 2010 ging het nog om 4,5%. In dit cijfer zit niet alleen de inlandse productie van groene stroom, warmte en koeling, maar ook het gebruik van hernieuwbare energiebronnen voor transportdoeleinden, zoals biobrandstoffen. Het verbruik van biobrandstoffen in transport steeg met 61% ten opzichte van 2020 door de verhoogde bijmengplicht.