Gedaan met laden. U bevindt zich op: WB 89 - BVR 26 april 2024 Overzicht wijzigende besluiten VPS

WB 89 - BVR 26 april 2024

26 april 2024 - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie en het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de definitie, het woon-werkverkeer en het verlof wegens deeltijdse prestaties van personen met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte en andere bepalingen

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
- het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;
- het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt, artikel 2, 1°, artikel 3, tweede lid, artikel 5, §5, artikel 7 gewijzigd bij het decreet van 9 maart 2007, artikel 7/1, ingevoegd bij het decreet van 22 maart 2024 en artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 9 maart 2007; - het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 14 december 2023.
- De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen heeft advies gegeven op 29 januari 2024.
- De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. (2024.014) gegeven op 16 januari 2024.
- De Vlaamse advies- en beleidsparticipatieraad van personen met een handicap heeft advies gegeven op 5 februari 2024.
- Het Vlaams Mensenrechteninstituut heeft advies gegeven op 19 februari 2024.
- De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft advies nr. (65/2023) gegeven op 9 februari 2024.
- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr. 426.1355 gesloten op 1 maart 2024. - De Raad van State heeft advies nr. 75.870/3 gegeven op 3 april 2024 met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader

Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Hoofdstuk 1. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie

Artikel 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 en 20 april 2018, worden een punt 10° en een punt 11° toegevoegd, die luiden als volgt:

“10° de Onderwijsinspectie;
11° de Dienst van de Bestuursrechtscolleges.”.

Art. 2. In artikel 2, §1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in punt 3° wordt de zinsnede “artikel 6, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering” vervangen door de zinsnede “artikel 2, eerste lid, 21°/1,”;

2° in punt 4°, eerste zin, worden de woorden “of chronische ziekte” vervangen door de zinsnede “, met inbegrip van een chronische ziekte,”;

3° in punt 4°, a), wordt het woord “handicap” vervangen door de zinsnede “handicap, met inbegrip van een chronische ziekte”;

4° in punt 4° wordt punt b) vervangen door wat volgt:

“b) personen met een verslag voor een gemeenschappelijk of individueel aangepast curriculum, een verslag voor opleidingsvorm 4 of personen die gewezen leerling zijn van het buitengewoon onderwijs, het geïntegreerd onderwijs of die een aangepast individueel curriculum hebben gevolgd in het regulier onderwijs;”;

5° in punt 4°, c), wordt het woord “die” vervangen door de woorden “met een vastgestelde arbeidsbeperking”;

6° in punt 4°, c), worden de woorden “erkend zijn als personen met een arbeidshandicap” opgeheven;

7° aan punt 4°, c), wordt de zinsnede “, individueel maatwerk of collectief maatwerk” toegevoegd;

8° in punt 4°, g), wordt de zinsnede “ een door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding aangewezen dienst of arts, waaronder” opgeheven;

9° in punt 4°, g), wordt de zinsnede “ die werkt in opdracht van de Vlaamse administratie” toegevoegd na de zinsnede “de preventieadviseur-arbeidsarts”;

10° in punt 4°, g), wordt de zinsnede “, en die re-integreren met een integratieprotocol” opgeheven;

11° in punt 4°, g), worden de woorden “of chronische ziekte” vervangen door de zinsnede “, met inbegrip van een chronische ziekte,”;

12° in punt 4° wordt punt h) opgeheven;

13° aan punt 4° worden een punt i) tot en met p) toegevoegd, die luiden als volgt:

“i) personen met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, die erkend zijn door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;
j) personen met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, die erkend zijn door de Service bruxellois francophone des personnes handicapées, de Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling of een andere dienst die bevoegd is voor de erkenning van personen met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
k) personen met een handicap die een tegemoetkoming ontvangen van de erkende Brusselse verzekeringsinstellingen conform de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen;
l) personen met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, die erkend zijn door het Agence pour une Vie de Qualité;
m) personen met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, die erkend zijn door de Dienststelle für Selbstbestimmtes Leben;
n) personen die het slachtoffer zijn geweest van een arbeidsongeval of een beroepsziekte en die een attest hebben dat is afgegeven door het Agentschap voor Onderwijsdiensten, het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s of de Sociaal-Medische Rijksdienst waaruit een blijvende arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt;
o) personen die het slachtoffer zijn geweest van een ongeval van gemeen recht en die een afschrift van het vonnis hebben dat is afgegeven door de griffie van de rechtbank en waaruit een blijvende handicap of arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt;
p) personen die het slachtoffer zijn geweest van een thuisongeval en die een afschrift van de beslissing van de verzekeringsinstelling hebben waaruit een blijvende arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt;”;

14° punt 12° wordt opgeheven;

15° er worden een punt 14° tot en met 19° toegevoegd, die luiden als volgt:
“14° redelijke aanpassing: een passende maatregel als vermeld in artikel 5, §4, van het decreet;

15° aanvraagformulier voor redelijke aanpassingen: een formulier voor de aanvraag van redelijke aanpassingen door een persoon met een handicap, waarvoor de Vlaamse Regering een model vaststelt overeenkomstig artikel 26bis, §1, van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid;

16° inclusieprotocol: een document met afspraken over redelijke aanpassingen tussen de lijnmanager en een personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, dat wordt opgesteld op basis van het aanvraagformulier, vermeld in punt 15°;

17° beleidsdomein: een homogeen beleidsdomein als vermeld in artikel III.1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

18° Vlaamse Diversiteitsambtenaar: de Vlaamse Diversiteitsambtenaar, vermeld in artikel 8;

19° dienst Diversiteitsbeleid: de dienst en de personeelsleden ervan die ressorteren onder het hiërarchische gezag van de Vlaamse Diversiteitsambtenaar.”.

Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 en 8 juli 2016, worden de woorden “of chronische ziekte” vervangen door de zinsnede “, met inbegrip van een chronische ziekte”.

Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, 8 juli 2016, 25 januari 2019 en 10 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° vóór paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, wordt een nieuwe paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt:

Ҥ1. In dit artikel wordt verstaan onder:
1° Vlaamse dienstenintegrator: een dienstenintegrator als vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator;
2° monitoring: het door de Dienst Diversiteitsbeleid periodiek opvolgen van de evolutie van de evenredige arbeidsparticipatie binnen de entiteiten in het kader van de doelstellingen zoals vermeld in het decreet en dit besluit.”.

2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

“De anonieme monitoring van personeelsleden, stagiairs en sollicitanten met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, op basis van vrijwillige registratie, vermeld in het eerste lid, en op basis van gegevens, vermeld in artikel 2, §1, 4°, beschikbaar bij de entiteiten, kan aangevuld worden met anonieme monitoring aan de hand van authentieke gegevensbronnen als vermeld in artikel III.65, §3, 4°, van het bestuursdecreet van 7 december 2018, via de tussenkomst van de Vlaamse dienstenintegrator conform artikel 4, 14°, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator. De monitoring aan de hand van authentieke gegevensbronnen kan toegepast worden voor zover de gegevens beschikbaar zijn en de beschikbare begrotingskredieten dit toelaten.”;

3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede “artikel III.66” vervangen door de zinsnede “artikel III.65, §3, 4°”;

4° in paragraaf 3 wordt het tweede lid opgeheven;

5° in paragraaf 3, derde lid, wordt het woord “overheid” vervangen door het woord “administratie”;

6° in paragraaf 3 wordt het vierde lid opgeheven;

7° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:

§4. De verwerking van persoonsgegevens verloopt met toepassing van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en met toepassing van artikel 7/1 van het decreet.

De verwerkingsverantwoordelijken, vermeld in artikel 7/1 van het decreet, verwerken de volgende persoonsgegevens van de personeelsleden die ze tewerkstellen, de personeelsleden die uitgestroomd zijn, de stagiairs en de sollicitanten en stellen ze geanonimiseerd en geaggregeerd ter beschikking van de dienst Diversiteitsbeleid:
1° het rijksregisternummer;
2° de leeftijd;
3° het geslacht;
4° de gegevens, vermeld in artikel 2, §1, 4°;
5° het statuut;
6° het niveau;
7° de rang;
8° de kaderfunctie;
9° de personeelsbewegingen;
10° de identificatie van de entiteit.

De verwerkingsverantwoordelijken, vermeld in artikel 7/1 van het decreet, bezorgen minstens één keer per jaar aan de Vlaamse dienstenintegrator de volgende gegevens over de personeelsleden die ze tewerkstellen, de personeelsleden die uitgestroomd zijn, de stagiairs en de sollicitanten:
1° het rijksregisternummer;
2° de leeftijd;
3° het geslacht;
4° de gegevens, vermeld in artikel 2, §1, 4°, die niet via de authentieke gegevensbronnen beschikbaar zijn;
5° het statuut;
6° het niveau;
7° de rang;
8° de kaderfunctie;
9° de personeelsbewegingen;
10° de identificatie van de entiteit.

De gegevens die verwerkt worden conform het decreet en dit besluit kunnen uitgewisseld worden met de organisaties die daartoe gemachtigd zijn door de verwerkingsverantwoordelijken, als dat noodzakelijk is in het kader van hun wettelijke opdracht of ter uitvoering van het decreet en dit besluit.

De dienst Diversiteitsbeleid rapporteert minstens één keer per jaar over de resultaten van de anonieme monitoring op het niveau van de Vlaamse administratie, per beleidsdomein en per entiteit.

Art. 5. Aan artikel 5 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt:

“§2. Het inclusieprotocol, vermeld in artikel 2, §1, 16°, wordt ondertekend door de lijnmanager en een personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte. Voorafgaand aan de ondertekening van het inclusieprotocol moet de lijnmanager een niet-bindend advies inwinnen bij de Vlaamse Diversiteitsambtenaar over de in het voorstel van inclusieprotocol opgenomen afspraken rond redelijke aanpassingen.

Het inclusieprotocol kan op elk moment, na onderling akkoord tussen de lijnmanager en het personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, aangepast worden naargelang de evoluerende behoeften van het personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte. Voorafgaand aan de aanpassing van het inclusieprotocol moet de lijnmanager een niet-bindend advies inwinnen bij de Vlaamse Diversiteitsambtenaar over de in het aangepast inclusieprotocol opgenomen afspraken rond redelijke aanpassingen.

De Vlaamse Diversiteitsambtenaar kan bijkomende gegevens, stavingstukken en inlichtingen opvragen bij de betrokken lijnmanager in het kader van de opmaak van zijn advies, vermeld in het eerste en tweede lid.”.

Art. 6. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016, wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt:

Ҥ3. Als in het ondernemingsplan van een entiteit als vermeld in artikel 1 van dit besluit, conform de nadere regels die de Vlaamse Regering vaststelt krachtens artikel III.63 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, een diversiteitsplan is opgenomen, rapporteert die entiteit daarover aan de Vlaamse Diversiteitsambtenaar.

In het eerste lid wordt verstaan onder ondernemingsplan: een jaarlijks ondernemingsplan als vermeld in artikel III.61 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.”.

Art. 7. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van Vlaamse Regering van 10 januari 2014, 13 maart 2015, 8 juli 2016 en 11 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1, eerste lid, worden punt 8° tot en met 10° opgeheven;

2° aan paragraaf 1, eerste lid, 11°, worden een punt e) en een punt f) toegevoegd, die luiden als volgt:

“e) het in kaart brengen van de drempels en behoeften voor gelijke kansen, diversiteit, evenredige arbeidsparticipatie en inclusie;
f) het rapporteren aan de Vlaamse Regering over de inspanningen die de lijnmanagers van entiteiten als vermeld in artikel 1, leveren op het vlak van gelijke kansen, diversiteit en evenredige arbeidsparticipatie;”;

3° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede “hij/zij” vervangen door het woord “die”;

4° in paragraaf 4, 5°, worden tussen het woord “uitvoeren” en de woorden “van het beleid” de woorden “en rapporteren” ingevoegd;

5° aan paragraaf 4, 5°, wordt de zinsnede “als vermeld in artikel 7, §1” toegevoegd;

6° in paragraaf 5 wordt het woord “overheid” vervangen door het woord “administratie”;

7° in paragraaf 6 wordt het eerste lid opgeheven;

8° er wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt:

“§7. De bevoegdheden die bij dit besluit aan de Vlaamse Diversiteitsambtenaar worden toegewezen, kunnen door de Vlaamse Diversiteitsambtenaar gedelegeerd worden aan de personeelsleden van de dienst Diversiteitsbeleid.”.

Art. 8. In artikel 8/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid, 6°, wordt de zinsnede “rond interculturele communicatie, neutraliteit, het managen van verschillen of het tegengaan van alledaags racisme op de werkvloer organiseren of laten organiseren” vervangen door de zinsnede “over gelijke kansen, diversiteit en evenredige arbeidsparticipatie”;

2°, in het eerste lid, 13°, worden de woorden “voor de kansengroepen” opgeheven;

3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:

“In afwijking van het eerste lid is een entiteit als vermeld in artikel 1, verplicht om de acties of de maatregelen, vermeld in het eerste lid, 13°, te nemen.”.

Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006

Art. 9. In artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° punt 32° wordt vervangen door wat volgt:

“32° inclusieprotocol: een protocol als vermeld in artikel 2, §1, 16°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie;”;

2° er worden een punt 37° en een punt 38° toegevoegd, die luiden als volgt:

“37° redelijke aanpassing: een passende maatregel als vermeld in artikel 5, §4, van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt;
38° personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte: een persoon met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, als vermeld in artikel 2, §1, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie.”.

Art. 10. In artikel I 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1, eerste zin, worden de woorden “Van elk beleidsdomein wordt” vervangen door de woorden “Bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt jaarlijks”;

2° in paragraaf 1, eerste zin, worden de woorden “personen met een arbeidshandicap die recht hebben op een langdurige loonkostsubsidie in de reguliere of sociale economie” vervangen door de woorden “personeelsleden met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte”;

3° in paragraaf 1 wordt de tweede zin opgeheven;

4° in paragraaf 2 worden de woorden “maakt de dienst Diversiteitsbeleid van het Agentschap Overheidspersoneel een integratieprotocol op” vervangen door de zinsnede “wordt een inclusieprotocol opgemaakt overeenkomstig artikel I 2, 32°”.

Art. 11. In artikel VII 6, §2ter, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden “persoon met een chronische ziekte of handicap” worden vervangen door de zinsnede “personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte”;

2° het woord “arbeidsarts” wordt vervangen door het woord “preventieadviseur-arbeidsarts”;

3° de woorden “de deeltijdse prestaties wegens handicap of chronische ziekte” worden vervangen door de zinsnede “het verlof voor deeltijdse prestaties wegens handicap, met inbegrip van een chronische ziekte”.

Art. 12. In artikel VII 95, §1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden “of chronische ziekte” worden vervangen door de zinsnede “, met inbegrip van een chronische ziekte,”;

2° het woord “integratieprotocol” wordt vervangen door het woord “inclusieprotocol”.

Art. 13. In deel VII, titel 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel VII 104, vervangen door wat volgt:

“Hoofdstuk 6. Woon-werkverkeer voor personeelsleden met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte.

Artikel VII 104. §1. Het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet om over een parkeerkaart te beschikken die wordt uitgereikt door de bevoegde federale overheidsdienst, ontvangt een tegemoetkoming voor de woon-werkverplaatsing met de wagen.

De tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart tweede klasse voor deze woon-werkverplaatsing. De tegemoetkoming bedraagt 1/20 van het maandbedrag voor de dagen dat de verplaatsing naar de vaste werkplek wordt afgelegd.

§2. Voor een personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, is de tegemoetkoming voor de woon-werkverplaatsing met de wagen gelijk aan de kostprijs van een treinkaart eerste klasse voor deze woon-werkverplaatsing, voor zover dat als maatregel is opgenomen in het inclusieprotocol.

Het inclusieprotocol kan ook andere tegemoetkomingen bevatten in de woon-werkverplaatsing die door de ernst en aard van de handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, van het personeelslid noodzakelijk zijn

Als de tegemoetkoming, vermeld in het eerste en het tweede lid, forfaitair is vastgesteld, wordt ze uitbetaald tegen 1/20 van het maandbedrag voor de dagen dat het personeelslid de verplaatsing naar de vaste werkplek aflegt.

§3. De tegemoetkoming, vermeld in paragraaf 1 en 2, is voor hetzelfde deeltraject niet cumuleerbaar met het voordeel, vermeld in artikel VII 95.”.

Art. 14. In deel X van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023, wordt het opschrift van titel 5bis vervangen door wat volgt:

“Titel 5bis. Verlof voor deeltijdse prestaties wegens handicap, met inbegrip van een chronische ziekte”.

Art. 15. In artikel X 27bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede “persoon met een chronische ziekte of handicap in de zin van artikel 2, § 1, 4°, a) tot en met f)” vervangen door de zinsnede “personeelslid met een handicap, met inbegrip van een chronische ziekte, als vermeld in artikel 2, §1, 4°, a) tot en met f) en i) tot en met p)”;

2° in paragraaf 1 wordt het woord “arbeidsarts” telkens vervangen door het woord “preventieadviseur-arbeidsarts”;

3° in paragraaf 1, worden de woorden “ of chronische ziekte” vervangen door de zinsnede “, met inbegrip van een chronische ziekte,”;

4° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden “chronische ziekte of handicap” vervangen door de zinsnede “handicap, met inbegrip van een chronische ziekte,”;

5° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord “integratieprotocol” vervangen door de woorden “formulier gezondheidsbeoordeling dat wordt opgemaakt op basis van het arbeidsgeneeskundige onderzoek”;

6° in paragraaf 2, derde lid, wordt het woord “arbeidsarts” vervangen door het woord “preventieadviseur-arbeidsarts”;

7° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden “of chronische ziekte” telkens vervangen door de zinsnede “, met inbegrip van een chronische ziekte,”;

8° in paragraaf 3, derde en vierde lid, worden de woorden “een chronische ziekte of handicap” vervangen door de zinsnede “ handicap, met inbegrip van een chronische ziekte,”.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025, met uitzondering van artikel 1, dat in werking treedt op de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 april 2024

De minister-president van de Vlaamse Regering,

Jan JAMBON

De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen,

Gwendolyn RUTTEN