Gedaan met laden. U bevindt zich op: Stadsvernieuwing - conceptsubsidies 2024 Stadsvernieuwingsprojecten

Stadsvernieuwing - conceptsubsidies 2024

Nieuwsbericht
17 september 2024

Op 20 september 2024 stemde de Vlaamse Regering op voorstel van viceminister-president Lydia Peeters in met het advies, de selectiemotivering en de aanbevelingen van de jury voor de oproep conceptsubsidiëring 2024. Ze keurt de selectie en subsidiëring goed van volgende vijf projecten: Aarschot Stationsomgeving, Geel Sint-Dimpna en Gasthuissite, Gent Sluizeken Tolhuis Ham op koers, Sint-Niklaas MAP: Musea Aan het Park, Sint-Truiden Van besloten abdij naar levendige stadswijk. Elk project krijgt 90.000 euro subsidie.

Stad Aarschot: Project Stationsomgeving

© stad Aarschot

De stad Aarschot wil inzetten in op kernverdichting. Door haar historische karakter, getypeerd door smalle straten en dichte bebouwing, is het niet evident de groeiende woonbehoefte enkel in de stadskern kwalitatief op te vangen. Door haar schaal en ligging net erbuiten, biedt de stationsomgeving wél mogelijkheden. Zoals aangegeven in het GRS en dankzij de eerste gemaakte stappen met o.a. de aanleg van de fiets- en wandelbrug die de stad verbindt met park Elzenhof, de fietssnelweg, een school en het bedrijventerrein, erkent de stad het enorme potentieel van de stationsomgeving hierin. Bovendien kan ze een belangrijke lokale en regionale economische rol vervullen. De nood aan een doordacht stedelijk programma dat een leefbaar en duurzaam antwoord biedt op huidige en veranderende noden, dringt zich op.

Het beoogde projectgebied bevindt zich ten oosten van de sporen. Mobiliteitsinfrastructuur zoals bushalten, grijze parkings en verouderde, ruimteverslindende, deels leegstaande bedrijfsgebouwen, waaronder dat van Cristal Monopole (een voormalige bronwaterbottelarij met diepgaande lokale culturele betekenis), het vroegere postkantoor, stelplaats, supermarkt, brandweerkazerne en stationsgebouw, typeren deze plek. Er is veel lucht intra en extra muros. Deze jonge omgeving heeft weinig cultuurhistorische waarde, uitgezonderd de bottelarij. De link met het centrum en Demer ontbreekt, waardoor de weinig actieve noch attractieve stationsomgeving aanvoelt als een achterzijde van de stad en haar rol als volwaardige stadspoort en -deel niet vervult.

Desondanks de oppervlakte van 5 ha, is het projectgebied in eigendom van een beperkt aantal partners die hun activiteiten ter plaatse hebben stopgezet of zullen stopzetten. Dit schept de unieke kans voor stadsontwikkeling op een toplocatie. De stad wenst dit momentum aan te grijpen om via een conceptsubsidie een gedragen masterplan op te maken voor de reconversie van de stationsomgeving. Er loopt vandaag al een traject tussen de stad, NMBS en Cristal Monopole om de zone rond de bottelarij samen te ontwikkelen.

Stad Geel: Project Sint-Dimpna en de Gasthuissite

© stad Geel

Het stadscentrum van Geel wordt gevormd door de kernen Sint-Amands rondom de Markt en Sint- Dimpna, met elkaar verbonden via de Nieuwstraat. Maar de echte kern van stad Geel, hét DNA, is het zorgmodel. Zorgen voor mensen met een kwetsbaarheid is diepgeworteld in de Geelse cultuur. Het Geelse zorgmodel komt nergens zo sterk tot uiting in het ruimtelijke weefsel als in en rond het bouwblok van het Oude Gasthuis, waar doorheen de jaren ook andere zorginstellingen en culturele actoren een plek vonden.

Vandaag is Sint-Dimpna één van de drie polen in de kernstad. Naast de Stationsomgeving en Werft, is Sint-Dimpna aangeduid als strategische ontwikkelingspool in het Beleidsplan Ruimte Geel. De Gasthuisstraat is vandaag een drukke gewestweg die een barrière vormt voor de flankerende historische sites. De aanleg van een gescheiden riolering en vrij liggende fietspaden in de Gasthuisstraat start in het voorjaar van 2024. Aansluitend heeft AWV de intentie om het Sint-Dimpnaplein een nieuwe inrichting te geven. De infrastructuurwerken op Sint-Dimpna kunnen aangegrepen worden als opportuniteit voor de opmaak van een ambitieus toekomstbeeld voor de historische sites aan weerszijden van de Gasthuisstraat en het Sint-Dimpnaplein. Ter voorbereiding hiervan gaf stad Geel in 2023 opdracht aan BUUR Part of Sweco voor de opmaak van een structuurschets voor Sint-Dimpna en onderzoek naar de haalbaarheid van een parkeergebouw dat gedeeld kan worden door de gebruikers van de Gasthuissite, de middelbare school KOGEKA, het Algemeen Ziekenhuis Geel en de buurt.

Stad Geel ziet de conceptsubsidie als een hefboom om met de transformatie van het binnengebied tot een luwteoase een start te maken. Hierbij is het de doelstelling om de site niet zoals vroeger af te scheiden van de buitenwereld, maar bewoners en bezoeker uit te nodigen om het historische hart van de stad te ontdekken en te beleven. Op de Gasthuissite kunnen twee ambities van het Beleidsplan Ruimte Geel elkaar ontmoeten: de groene dooradering van de stad en het zichtbaar maken van het DNA in de ruimte. De ontstaanskern van het zorgmodel kan zo op verschillende schaalniveaus een nieuwe invulling krijgen.

Stad Gent: Project Sluizeken-Tolhuis-Ham op koers

© stad Gent

Sluizeken-Tolhuis Ham is een 19e-eeuwse gordelwijk die zich ten noorden van en onmiddellijk grenzend aan de binnenstad bevindt. Ondanks instrumenten zoals Ruimte voor Gent en de bouwblokvisie, blijft de bevolkingsdichtheid in deze dense wijk verder toenemen. De vele lopende en geplande ontwikkelingen zorgen niet enkel voor toenemende druk op de (al beperkte) publieke ruimte, ze richten zich bovendien hoofdzakelijk op de middenklasse daar waar veel bewoners van een lagere sociale klasse zijn én de stedelijke woonnood vooral groot is voor deze laagste inkomens. De wijk kent na Rabot-Blaisantvest de laagste welvaartsindex en de hoogste werkloosheidsdruk en is met haar superdiversiteit en jonge populatie een van de aankomstwijken in de stad. Naast, maar ook gelinkt aan deze socio-economische uitdagingen, wordt een toename in overlast waargenomen. Er is een groter onveiligheidsgevoel en het contact tussen de verschillende bevolkingsgroepen is beperkt, iets waar onder meer via het wijkverbeteringscontract op wordt ingezet.

Contrasterend aan het dense 19e-eeuwse woonweefsel, wordt de wijk ook gekenmerkt door een grote aanwezigheid van (monofunctionele) zorg- en welzijnsinstellingen en -organisaties (AZ Sint-Lucas, nachtopvang, wijkgezondheidscentrum, Exalta, Amal …) met onder meer een focus op psychisch welzijn (Villa Voortman, PCGS, MSOC, OpStap …). Voor een aantal van deze spelers zitten masterplannen in de pijplijn. Aanvullend zijn er een aantal grotere sites (al dan niet in eigendom van de Stad) in de wijk die op korte of middellange termijn een andere bestemming zullen krijgen (Fluvius, VDAB, ex-wegendepot, Seleskest, Minnemeers…).

De private ontwikkelingen in Sluizeken-Tolhuis-Ham blijven aan hoge snelheid voortlopen, gedreven door de nabijheid van het stadscentrum, de vlotte ontsluiting en het brede socio-culturele aanbod als grootste troeven. Tegelijk zorgt de verhitte woonmarkt in combinatie met de impact van de vermaatschappelijking van de zorg ervoor dat steeds meer (psychisch) kwetsbaren in onderbescherming in de wijk (over)leven wat een bijkomende druk op het samenleven en de leefbaarheid legt.

Er is dan ook nood aan stadsvernieuwing zonder verdringing, waar bewust plaats wordt voorzien om kwetsbaren op te vangen en te huisvesten, met een sterke positionering vanuit de stedelijke overheid en de zorg- en welzijnspartners in de wijk.

Stad Sint-Niklaas: Project MAP: Musea Aan het Park

© stad Sint-Niklaas

De stadskern van Sint-Niklaas ligt (noord-zuid) opgespannen tussen station en Grote Markt en (oostwest) tussen museumsite en cultuursite. Het gebied ertussen wordt aanzien als het cultuur- en kernwinkelgebied, het meest representatieve deel van onze stad. Op heden wordt een visie uitgewerkt voor de stationsomgeving, ligt een masterplan klaar voor de toekomst van de cultuursite en wordt de Grote Markt heringericht. Met de realisatie van de winkelwandellus, die vorig jaar de prijs publieke ruimte in ontvangst mocht nemen, wordt ook het gebied ertussen gefaseerd heraangelegd volgens de principes van het masterplan publieke ruimte. Als sluitstuk van deze stadskernvernieuwingsoperatie is nu ook een totaalvisie wenselijk voor de museumsite.

De museumsite huist vier musea en een tentoonstellingsruimte. Door zijn ingesloten ligging liggen deze musea vandaag verstopt in het stedelijk weefsel. Ook de toegangen tot de site nodigen niet uit tot bezoek. Daarnaast fungeert het binnengebied hoofdzakelijk als bovengrondse centrumparking voor ca. 140 parkeerplaatsen. Daardoor geeft het een vrij verharde desolate indruk. Naast het recent gerestaureerde en museaal ingerichte Huis Janssens in de Zamanstraat bevindt zich de toegang tot het Mercatorpark, de enige groene ruimte binnen het bouwblok. Door zijn afgesloten karakter nodigt het niet echt uit tot publiek gebruik. Op de randen bevinden zich verblijfsfuncties met serviceflats en appartementen en minderwaardige achterkanten. De nood aan een opwaardering van dit stadsdeel dringt zich op. In 2020 werd hiervoor reeds een praatplan opgemaakt (zie bijlage), maar dit is nog steeds niet tot uitvoering geraakt.

Momenteel is een beleidsvisie opgesteld voor de volledige museumsite waarbij de verschillende musea verzameld worden onder de naam MAP. Deze nieuwe naam, die staat voor Musea Aan het Park, wil de musea verenigen als culturele ontmoetingsplaats voor de gemeenschap rond een groene zone in het hart van de stad. Met deze visie ontstaat een momentum om dit stadsdeel in zijn geheel aan te pakken. Het project wil deze visie dan ook ruimtelijk vertalen, breder opentrekken en inbedden in de ruimere omgeving.

Vanuit de aanleiding om de musea beter op de kaart te zetten, wordt de conceptsubsidie gebruikt om het project breder open te trekken en meerwaarde te creëren voor buurt en stad. Cultuur wordt hierbij ingezet om verbindend te zijn naar andere functies in de omgeving.

Stad Sint-Truiden: project "Van besloten abdij naar levendige stadswijk"

© stad Sint-Truiden

De Sint-Trudoabdij is het hart van de stad Sint-Truiden. Letterlijk, als ommuurd complex van 15.000 m² in het stadscentrum, pal tegen de Grote Markt. Maar ook figuurlijk, aangezien de stad zich heeft ontwikkeld bij gratie van de abdij, die vanaf de zevende tot achttiende eeuw een politiek, economisch en intellectueel centrum was met internationale uitstraling. Het gebouwencomplex deed achtereenvolgens dienst als kloostergemeenschap, hospitaal en kleinseminarie, maar raakte vanaf WOll in verval. Het dieptepunt was een zware brand in 1975, die de abdijkerk in de as legde, op de Romaanse toren na. Daarbovenop werd er onverwijld een nieuwbouwvolume opgericht, in een stijl die allesbehalve past bij de historische waarde van de site. Het lichtpunt: de brand gaf de precaire toestand eindelijk de aandacht die het verdiende. Met de steun van de Koning Boudewijnstichting werd er een ontwerpteam samengesteld, dat in 1985 een herwaarderingsvoorstel voltooide. Enkele van de oudste, meest waardevolle delen werden in de periode 1990-2004 gerestaureerd in opdracht van de stad (barokpoort, academiezaal, crypte, kerkveld en abdijtoren). ln 2004 stokte de gestage vooruitgang echter, hoewel er nog verscheidene waardevolle gebouwen aangepakt moesten worden na decennialange leegstand. Het poortgebouw hoevegebouwen, infirmerie en abtsvleugel wachten nog steeds op een restauratie en een duurzame herbestemming, net zoals de buitenruimte een kille en kale uitstraling heeft. Bijkomend nadeel is dat de complexe eigendomsstrictuur met drie erfpachthouders bij gebrek aan overleg de voorbije decennia langzaamaan uit elkaar dreven, zowel door fysieke afscheidingen als door het gebruik van een afwijkende vormentaal. Het stadsbestuur nam de voorbije jaren het initiatief om het dossier nieuw leven in te blazen. In 2018 werd een beheersplan opgemaakt, een bouwfysische analyse in functie van onderhoud en herstellingen. ln 2022-2023 werd een ‘projectregisseur’ aangesteld, met als opdracht om:1) de verbetering van de samenwerking tussen stakeholders op de site, en 2) een analyse van toekomstmogelijkheden.

Met voorzichtig succes: sinds vorig jaar zijn de stakeholders verenigd in een beheerscommissie, terwijl een marktbevraging de opportuniteiten en obstakels nauwkeurig in kaart bracht. Het eindrapport benadrukte enerzijds het belang van verder ontwerpend onderzoek, anderzijds de nood aan samenwerking tussen de eigenaar, erfpachthouders, omwonenden en stedelingen.