Investeringen lokale overheden

In 2023 bedroegen de totale investeringen van de gemeentebesturen en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s), inclusief districten, 2,6 miljard euro. Tussen 2022 en 2023 stegen ze met 22%.

De investeringen van de gemeentebesturen en OCMW’s in materiële en immateriële vaste activa (saldo van uitgaven en ontvangsten) bedroegen in 2023 2,2 miljard euro. Ze vormen daarmee 87% van de totale investeringen. De investeringen in materiële en immateriële vaste activa stegen tussen 2022 en 2023 met 21%.

De investeringsbijdragen of -subsidies van de gemeentebesturen en OCMW’s omvatten alleen de uitgaven. In 2023 ging het om 332 miljoen euro of 13% van de totale investeringen. Tussen 2022 en 2023 stegen de investeringsbijdragen met 28%.

De investeringen liggen na de gemeenten en OCMW’s het hoogst bij de autonome gemeentebedrijven (AGB). In 2023 bedroegen ze 314 miljoen euro. Na dalingen in 2021 en 2022 zijn de investeringen er in 2023 fors gestegen.

De investeringen van de provinciebesturen bedroegen in 2023 216 miljoen euro. Ook hier zijn de investeringen in 2023 aanzienlijk toegenomen.

De welzijnsverenigingen (OCMW-verenigingen) deden in 2023 voor 121 miljoen euro investeringen, tegenover 79 miljoen euro in 2022.

De investeringen van de autonome provinciebedrijven (APB) zijn met 10 miljoen euro in 2023 zeer beperkt in vergelijking met de andere lokale besturen.

De investeringen van de gemeentebesturen per inwoner variëren sterk tussen de gemeenten onderling. In 2023 varieerde dat van -946 tot 2.865 euro per inwoner.

In 2023 hadden 9 gemeenten negatieve investeringen, wat betekent dat de investeringsuitgaven kleiner zijn dan de investeringsontvangsten (hoofdzakelijk verkoop van gronden en gebouwen).

De investeringen waren in 78 gemeenten hoger dan 450 euro per inwoner.