Gedaan met laden. U bevindt zich op: Fiscale autonomie - belastingen Overheidsfinanciën

Fiscale autonomie - belastingen

Gepubliceerd op 1 december 2023 • Volgende update op 13 december 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Eigen belastingen goed voor 29% van ontvangsten van Vlaamse overheid

De eigen belastingen van het Vlaamse Gewest waren in 2022 goed voor 15,3 miljard euro. Dat is even veel als in 2021. Het gaat om de gewestbelastingen en vanaf 2015 ook om de gewestelijke opcentiemen op de personenbelasting. Het aandeel van de eigen belastingen in de totale ontvangsten of de fiscale autonomie lag daarmee op 29%.

Tussen 2009 en 2021 nam de fiscale autonomie toe van 18% tot 32%. In 2015 ging de fiscale autonomie met een sprong omhoog. In dat jaar stelde de 6de staatshervorming de personenbelasting open voor gewestelijke opcentiemen. De federale overheid verlaagde het tarief van de personenbelasting met ongeveer 25%. De gewesten passen hierop opcentiemen toe. Dat is het percentage berekend boven op de federaal gebleven personenbelasting dat rechtstreeks bestemd is voor de Vlaamse begroting.

De gewesten kunnen de tarieven van deze opcentiemen per belastingschijf laten variëren. Slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen ze afwijken van de progressiviteit van de federale belasting. Dat wil zeggen: hoe hoger de belastingschijf, hoe hoger het belastingtarief. Het Vlaamse Gewest past 1 tarief of belastingschijf toe. Tot en met 2017 bedroegen de opcentiemen 35,117%, vanaf 2018 33,257%. Dat leverde in 2022 8,2 miljard euro opcentiemen op aan het Vlaamse Gewest. Dat is 4% meer dan in 2021.

Opbrengst gewestbelastingen met 5% gedaald

De gewestbelastingen bedroegen in 2022 7,1 miljard euro. Gewestbelastingen vormen na de gewestelijke opcentiemen het belangrijkste deel van de eigen belastingen van het Vlaamse Gewest. In 2022 daalden de opbrengsten uit gewestbelastingen met 4,7%, na een stijging van 18,5% in 2021.

De belangrijkste gewestbelasting is het verkoop- en verdeelrecht. Die was in 2022 goed voor 37% van de totale gewestbelastingen. Daarna volgden de erfbelasting (22%) en de verkeersbelasting (16%). Die 3 belastingen waren in 2022 samen goed voor 75% van de belastingopbrengsten.

Belastingen goed voor 35% van ontvangsten van gemeentebesturen en OCMW’s

Bij de lokale besturen lag het aandeel van de belastingen in de totale ontvangsten in 2022 hoger dan bij de Vlaamse overheid. Bij de gemeentebesturen en OCMW’s lag het belastingaandeel op 35%, bij de provinciebesturen op 60%.

Gemeentebelastingen goed voor 865 euro per inwoner

De belastingen van de gemeentebesturen bedroegen in 2022 5,8 miljard euro. Dat is gemiddeld 865 euro per inwoner. De provinciebelastingen kwamen op 706 miljoen euro of 105 euro per inwoner. In vergelijking met 2021 is de belastingopbrengst voor de gemeente- en provinciebesturen gestegen met 6%.

De opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV) vormden in 2022 45% van de gemeentebelastingen en de aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) 39%.

De provincies heffen OOV, maar geen APB. De provinciale OOV was in 2022 goed voor 69% van de provinciale belastingontvangsten.

Hoogste belastingaandelen in stedelijke randgemeenten en kuststreek

In 2022 varieerden de fiscale of belastingontvangsten van de Vlaamse gemeenten tussen 18% en 65% van de totale ontvangsten van het gemeentebestuur en het OCMW. De hoogste belastingaandelen waren te vinden in de randgemeenten van Brussel en Leuven, Antwerpen en Gent. De meeste centrumsteden kenden een relatief laag belastingaandeel.