Gedaan met laden. U bevindt zich op: Importafhankelijkheid Energie

Importafhankelijkheid

Gepubliceerd op 28 november 2024 • Volgende update: november 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Importafhankelijkheid van energie nam in 2023 af

In 2023 werd 89,7% van de benodigde primaire energiebronnen ingevoerd in het Vlaamse Gewest. Dat relatief hoge aandeel is een gevolg van het feit dat het Vlaamse Gewest geen gekende reserves heeft van uranium, aardolie of aardgas en dat de ontginning van steenkool werd stopgezet begin jaren 1990. De is de verhouding van de netto invoer van energie ten opzichte van het primair energiegebruik. De netto invoer lag in 2023 op 1.529 petajoule (PJ), het primair energiegebruik op 1.705 PJ.

De importafhankelijkheid daalde tussen 2005 en 2015 om daarna opnieuw licht te stijgen tot 2019. In het eerste coronajaar 2020 volgde een afname van de importafhankelijkheid, met opnieuw een beperkte toename in 2021. In 2022 en 2023 nam de importafhankelijkheid weer af.

Invoer van splijtstoffen en biomassa daalt

In 2023 is de netto invoer van splijtstoffen en biomassa sterk gedaald als gevolg van de sluiting van reactor Doel 3 in september 2022 en een lagere activiteit in de resterende nucleaire centrales. Er was ook de stopzetting van de inzet van biomassa in een grote thermische centrale. De invoer van kolen daalde tussen 2005 en 2020 en steeg daarna weer licht. In 2023 was er opnieuw een daling. De invoer van petroleumproducten kende na een afname in het eerste coronajaar 2020 in de jaren daarna opnieuw een toename. In 2023 was er terug een afname door het dalend verbruik aan petroleumproducten in de chemie.