Zolang het lokaal bestuur geen toegang heeft tot het CIR, heeft het geen zicht op de kandidaten die ingeschreven zijn voor de eigen woningen.

Het lokaal bestuur kan een beroep doen op de lokale woonmaatschappij.

Het lokaal bestuur bezorgt aan de woonmaatschappij de gegevens van de woningen. De woonmaatschappij neemt deze woningen (tijdelijk) op in de eigen software en kan voor het lokaal bestuur een toewijzingslijst genereren voor de woning volgens de lokale toewijzingsregels.

Vervolgens kan het lokaal bestuur zelf een toewijzingsprocedure doorlopen. Het lokaal bestuur bezorgt een verslag van de toewijzingsprocedure aan de woonmaatschappij zodat de woonmaatschappij de gegevens kan verwerken in de lokale software en deze gegevens kunnen doorstromen naar het CIR.

• Overeenkomst tot gedeeltelijke overdracht van het beheer van sociale woningen voor het overmaken van een toewijzingslijst

U kan een overeenkomst tot gedeeltelijke overdracht van beheer voor het overmaken van een toewijzingslijst opmaken. Wonen in Vlaanderen maakte hiervoor een model op.

U vindt het model op de afgeschermde documentenpagina.

• Verwerkersovereenkomst

Omdat de woonmaatschappij persoonsgegevens van de kandidaten gaat overmaken aan het lokaal bestuur en omgekeerd, is het noodzakelijk dat de woonmaatschappij en het lokaal bestuur een verwerkersovereenkomst sluiten.

Neem contact op met uw Data Protection Officer (DPO) om een verwerkersovereenkomst op te stellen waarin de partijen de overdracht van persoonsgegevens, noodzakelijk om bovenstaande overeenkomst uit te voeren, regelen.

• Verhaal: De kandidaat-huurder aan wie de woning niet wordt toegewezen en die hierdoor nadeel ondervindt kan verhaal indienen bij de toezichthouder. Dit verhaal zal gericht zijn tegen het lokaal bestuur. Het is immers het lokaal bestuur dat zelf de toewijzing deed.
• Lokale binding (pijler 1): De lokale bindingsregels van de gemeente waar de woningen gelegen zijn, zijn van toepassing op alle toewijzingen, behalve de versnelde toewijzingen. Standaard geldt de langdurige woonbinding: in de laatste 10 jaar minstens 5 jaar onafgebroken in de gemeente gewoond hebben. Gemeenten kunnen deze binding uitbreiden met strengere woonbindingsbepalingen in het toewijzingsreglement.
• Versnelde toewijzing (pijler 2): De voorbereidingen van de versnelde toewijzingen gebeuren in de toewijzingsraad, waar de gemeente deel van uit maakt. Afspraken hierover zijn opgenomen in het intern huurreglement van de woonmaatschappij.
• Doelgroepen (pijler 3): Het toewijzingsreglement met de toewijzingen aan bijzondere doelgroepen is van toepassing. Er kan voorrang gegeven worden aan bepaalde doelgroepen. Dit kan op adresniveau of als percentage van de toewijzingen. Woningen kunnen ook exclusief voorbehouden worden voor een afgebakende doelgroep.
• Interne mutaties (pijler 4): Interne mutaties zijn alleen mogelijk binnen het patrimonium van éénzelfde sociale verhuurder. Wil een huurder van het lokaal bestuur verhuizen naar een sociale woning binnen dezelfde gemeente en bevindt deze huurder zich in één van de situaties uit pijler 4, dan zal deze huurder niet met voorrang kunnen verhuizen naar een woning van de woonmaatschappij. Binnen het sociaal huurpatrimonium van de gemeente kan deze huurder wel intern muteren. In het geval van verplichte herhuisvesting door sloop, renovatie of verkoop kunnen sociale verhuurders wel elkaars huurders huisvesten. Als zij dit willen, nemen zij dit op in het intern huurreglement.

De overdracht van het beheer van het lokaal bestuur aan de woonmaatschappij kan verder reiken dan het overmaken van een toewijzingslijst. Het lokaal bestuur kan ook aan de woonmaatschappij vragen de vrijgekomen sociale woningen toe te wijzen.

Dit betekent dat het de woonmaatschappij is die de volledige toewijzingsprocedure afrondt. Aan het einde daarvan bezorgt de woonmaatschappij aan het lokaal bestuur de naam of namen van de kandidaat-huurder of -huurders en zal het lokaal bestuur met deze persoon of personen een huurovereenkomst afsluiten.

• Overeenkomst tot gedeeltelijke overdracht van het beheer van sociale woningen voor het uitvoeren van een toewijzing

U kan een overeenkomst opstellen waarin het lokaal bestuur aan de woonmaatschappij vraagt in de plaats van het bestuur een toewijzing te doen. Wonen in Vlaanderen maakte hiervoor een model op.

U vindt het model op de afgeschermde documentenpagina.

• Verwerkersovereenkomst

Omdat de woonmaatschappij persoonsgegevens van kandidaten gaat overmaken aan het lokaal bestuur is het noodzakelijk dat de woonmaatschappij en het lokaal bestuur een verwerkersovereenkomst sluiten.

Neem contact op met uw Data Protection Officer (DPO) om een verwerkersovereenkomst op te stellen waarin de partijen de overdracht van persoonsgegevens noodzakelijk om bovenstaande overeenkomst uit te voeren, regelen.

• Verhaal: De kandidaat-huurder die zich benadeeld voelt, kan verhaal indienen bij de toezichthouder. Dit verhaal zal gericht zijn tegen de woonmaatschappij. Het is immers de woonmaatschappij die de toewijzing deed.

• Lokale binding (pijler 1): De lokale bindingsregels van de gemeente waar de woningen gelegen zijn, zijn van toepassing op alle toewijzingen, behalve de versnelde toewijzingen. Standaard geldt de langdurige woonbinding: in de laatste 10 jaar minstens 5 jaar onafgebroken in de gemeente gewoond hebben. Gemeenten kunnen deze binding uitbreiden met strengere woonbindingsbepalingen in het toewijzingsreglement.

• Versnelde toewijzing (pijler 2): De voorbereidingen van de versnelde toewijzingen gebeuren in de Toewijzingsraad, waar de gemeente deel van uit maakt. Afspraken hierover zijn opgenomen in het intern huurreglement van de woonmaatschappij.

• Doelgroepen (pijler 3): Het toewijzingsreglement met de toewijzingen aan bijzondere doelgroepen is van toepassing. Er kan voorrang gegeven worden aan bepaalde doelgroepen. Dit kan op adresniveau of als percentage van de toewijzingen. Woningen kunnen ook exclusief voorbehouden worden voor een afgebakende doelgroep.

• Interne mutaties (pijler 4): Interne mutaties zijn alleen mogelijk binnen het patrimonium van éénzelfde sociale verhuurder. Wil een huurder van het lokaal bestuur verhuizen naar een sociale woning binnen dezelfde gemeente en bevindt deze huurder zich in één van de situaties uit pijler 4, dan zal deze huurder niet met voorrang kunnen verhuizen naar een woning van de woonmaatschappij. In het geval van verplichte herhuisvesting door sloop, renovatie of verkoop kunnen sociale verhuurders wel elkaars huurders huisvesten. Als zij dit willen, nemen zij dit op in het intern huurreglement.

• Bezichtigingen: Als de woonmaatschappij bezichtigingen doet bij de huurder van het lokaal bestuur, kan het lokaal bestuur best zijn de huurder hierover inlichten. In het intern huurreglement is opgenomen hoe de sociale verhuurders de bezichtigingen organiseren.

• Contactpersoon kandidaat-huurder: De kandidaat-huurder zal zijn eerste contacten hebben met de woonmaatschappij maar zal dan toch huren bij het lokaal bestuur. De woonmaatschappij kan de kandidaat-huurder hierover best inlichten.

Het is ook mogelijk dat het lokale bestuur het volledige beheer (van toewijzing tot einde huurcontract) overdraagt aan de woonmaatschappij. Dit was al mogelijk en werd vroeger geregeld in de ‘omzendbrief, vrijwillige overdracht’. Als u niet het volledige beheer wilt overdragen maar slechts een deel ervan, kan u sommige bepalingen uit de model beheersovereenkomst schrappen.

De omzendbrief vindt u op onze webpagina over wetgeving en interpretatie.

• Beheersovereenkomst

De juridische dienst maakte een modelbeheersovereenkomst op waarbij het lokaal bestuur het volledige beheer van zijn sociale woningen kan overdragen aan de woonmaatschappij. U vindt het model bij de documentatie over de vorming van de woonmaatschappijen.

• Verhaal: Als het lokaal bestuur het volledige beheer van de sociale woning overdraagt aan de woonmaatschappij, zal de woonmaatschappij er ook voor zorgen dat de woning opnieuw wordt verhuurd wanneer ze leegkomt. De woonmaatschappij zal zorgen voor een toewijzing. Een verhaal van een benadeelde kandidaat-huurder zal gericht zijn tegen de woonmaatschappij.
• Lokale binding (pijler 1): De lokale bindingsregels van de gemeente waar de woningen gelegen zijn, zijn van toepassing op alle toewijzingen, behalve de versnelde toewijzingen.
• Versnelde toewijzing (pijler 2): De voorbereidingen van de versnelde toewijzingen gebeuren in de toewijzingsraad, waar de gemeente deel van uit maakt. Afspraken hierover zijn opgenomen in het intern huurreglement van de woonmaatschappij.
• Doelgroepen (pijler 3): Het toewijzingsreglement met de toewijzingen aan bijzondere doelgroepen is van toepassing. Er kan voorrang gegeven worden aan bepaalde doelgroepen. Dit kan op adresniveau of als percentage van de toewijzingen. Woningen kunnen ook exclusief voorbehouden worden voor een afgebakende doelgroep.
• Interne mutaties (pijler 4): Interne mutaties zijn alleen mogelijk binnen het patrimonium van éénzelfde sociale verhuurder. In dit scenario is de huurder die woont in een woning van het lokaal bestuur te beschouwen als een huurder van de woonmaatschappij en zal hij intern kunnen muteren binnen het patrimonium van of beheerd door de woonmaatschappij.