De persoon die zich komt inschrijven als kandidaat-huurder moet de volle leeftijd van achttien jaar hebben.

Uitzondering:

• Een minderjarige die ontvoogd werd.
• Een minderjarige die zelfstandig woont of gaat wonen door een erkende dienst of een OCMW.

De kandidaat-huurder moet voldoen aan een inkomensvoorwaarde.

De standaardinkomensgrenzen voor 2024 zijn:

Als een kind ook erkend is als ernstig gehandicapt, geldt dit kind als twee personen ten laste.

Hiervoor wordt in eerste instantie gekeken naar het referentie-inkomen.

Het referentie-inkomen is de som van de volgende inkomsten, ontvangen in het jaar waarop het laatst beschikbare aanslagbiljet betrekking heeft:

• het gezamenlijk belastbaar inkomen en de afzonderlijke belastbare inkomsten
• het leefloon
• de inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap
• de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling.

Het aanslagbiljet moet betrekking hebben op de inkomsten van maximaal drie jaar voorafgaand aan de inschrijvings- of toelatingsdatum.

Voor inschrijvingen (en toewijzingen) in 2024 zal dus:

• ofwel rekening worden gehouden met de inkomsten van het jaar 2021 als het aanslagbiljet voor aanslagjaar 2022 het laatst beschikbare aanslagbiljet is.
• ofwel met de inkomsten van het jaar 2022 als het aanslagbiljet voor aanslagjaar 2023 het laatst beschikbare aanslagbiljet is.

Uitzondering:

1. Er wordt rekening gehouden met het huidig inkomen om de inkomensvoorwaarde af te toetsen als:

• niemand een beschikbaar aanslagbiljet heeft
• of de som van het referentie-inkomen(s) kleiner of gelijk is aan 0
• of als blijkt dat de som van het het referentie-inkomen(s) hoger ligt dan de toepasselijke inkomensgrens.

Het huidig inkomen wordt vastgesteld op basis van inkomensgegevens van drie maanden die voorafgaan aan het toetsingsmoment en wordt omgerekend naar jaarbasis.

2. Er kan rekening gehouden met het actueel besteedbaar inkomen om de inkomensvoorwaarde af te toetsen als:

• de kandidaat-huurder toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling overeenkomstig artikel 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek

• of in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij een OCMW

• of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling.

Het actueel besteedbaar inkomen is gelijk aan het huidige inkomen, maar dan berekend over een periode van minimaal drie van de afgelopen zes maanden. Daarnaast wordt rekening gehouden met vrijgestelde inkomens, de effectief betaalde alimentatievergoeding en de effectief betaalde schuldaflossingen die van het inkomen worden afgetrokken.

• De kandidaat-huurder mag geen woning of perceel, bestemd voor woningbouw, volledig of gedeeltelijk in volle eigendom, hebben.
• De kandidaat-huurder mag geen volledig of gedeeltelijk recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een woning of perceel, bestemd voor woningbouw, hebben.
• De kandidaat-huurder mag geen woning die of perceel, bestemd voor woningbouw, dat volledig of gedeeltelijk in erfpacht of opstal is gegeven, hebben.
• De kandidaat-huurder mag geen woning die of perceel, bestemd voor woningbouw, dat hij volledig of gedeeltelijk zelf in vruchtgebruik heeft gegeven, hebben
• De kandidaat-huurder mag geen zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap zijn waarin hij zakelijke rechten als hierboven vermeld heeft ingebracht.

Uitzonderingen:

Er zijn een aantal uitzonderingen op de onroerende bezitsvoorwaarde opgenomen. In de meeste gevallen gaat het om tijdelijke uitzonderingen. Een jaar na de toewijzing van een sociale huurwoning moet de huurder zich in principe in regel stellen met de onroerende bezitsvoorwaarde. De verhuurder kan de termijn verlengen als daar gegronde redenen voor zijn.

Er wordt met volgende woningen of percelen (bestemd voor woningbouw) geen rekening gehouden:

1. Een woning of perceel, bestemd voor woningbouw in onverdeeldheid met (ex-) echtgenoot, (ex-) wettelijke samenwoner of (ex-) feitelijke partner (op voorwaarde dat deze partner die sociale woning niet mee gaat bewonen):
   • volledig in volle eigendom
   • volledig recht op erfpacht, opstal of vruchtgebruik op die woning of perceel, bestemd voor woningbouw
   • volledig in erfpacht, opstal of vruchtgebruik gegeven.
2. Een woning of perceel, bestemd voor woningbouw, ten kosteloze titel verworven (bv. schenking of erfenis):
   • gedeeltelijke volle eigendom
   • gedeeltelijk recht op erfpacht, opstal of vruchtgebruik op die woning of perceel, bestemd voor woningbouw
   • gedeeltelijk in erfpacht, opstal of vruchtgebruik gegeven.
3. Een woning die bewoont wordt door de kandidaat-huurder die tijdens de bewoning onbewoonbaar of ongeschikt is verklaard en dit op voorwaarde dat:
   • de ontruiming noodzakelijk is
   • men zich binnen de twee maanden na de verklaring komt inschrijven bij een sociale verhuurder
   • de woning wordt bewoond door de kandidaat-huurder op moment van conformiteitsonderzoek
4. Een woning die niet is aangepast aan de fysieke handicap van de kandidaat-huurder of een gezinslid
   • opgelet: ouderen zonder specifieke handicap komen niet in aanmerking voor deze uitzondering!
5. Ingeschreven voor een ADL-woning:
   • een woning die niet is aangepast aan de fysieke handicap van de kandidaat-huurder of een gezinslid
   • én hij is ingeschreven voor een ADL-woning
6. Een woning die in een ruimtelijke bestemmingszone ligt waar wonen niet is toegelaten

7. Een woning die moet worden ontruimd omwille van een herhuisvesting in het kader van:
   • de woningkwaliteitsbewaking
   • een verrichting door een sociale woonorganisatie
   • in het kader van het sociaal beheersrecht

8. Een woning waarover de kandidaat-huurder het beheer heeft verloren:
   • ten gevolge van een faillietverklaring met toepassing van artikel XX.32 van het Wetboek van Economisch Recht
   • of ten gevolge van een collectieve schuldenregeling als vermeld in deel V, titel IV, van het Gerechtelijk Wetboek

Een persoon die zich komt inschrijven moet ingeschreven zijn:

• in het bevolkingsregister
• of in het vreemdelingregister

Uitzondering:

• Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden kunnen zich reeds inschrijven voor een sociale woning met het vluchtelingenattest of een brief met een positieve beslissing van het CGVS (Commissariaat Generaal voor Vluchtelingen).
• Personen die bij gebrek aan bestaansmiddelen niet langer in het bevolkings- of vreemdelingenregister staan, hebben het recht om ingeschreven te worden op een referentieadres in de gemeente waar ze gewoonlijk vertoeven. Dat kan op het adres van het OCMW, maar ook bij een natuurlijk persoon. Het referentieadres is dan ook afdoende om te voldoen aan de verblijfsvoorwaarde.

De middelentoets is een nieuwe inschrijvings- en toelatingsvoorwaarde, die geldt voor nieuwe (potentiële) kandidaat-huurders vanaf 1 januari 2024. Zittende huurders moeten niet aan deze voorwaarde voldoen, ook niet als ze verhuizen naar een andere sociale woning. Wie op 1 januari 2024 al ingeschreven is als kandidaat-huurder, moet u wel toetsen bij de toewijzing van een sociale woning.

Naast het inkomen zal u ook het vermogen van een (potentiële) kandidaat-huurder moeten toetsen, namelijk de positieve saldi op spaar-, betaal-, termijn- en effectenrekeningen. Deze mogen een bepaalde grens niet overschrijden. Deze grens komt overeen met de bestaande inkomensgrens, het gaat om dezelfde bedragen die u op dezelfde wijze berekent als bij de bestaande inkomensgrens.

Bij inschrijving in het CIR zal de PKH op erewoord moeten verklaren dat het bedrag op zijn rekeningen onder of boven de grens ligt van de inkomenscategorie waartoe hij behoort. Het is mogelijk dat de potentiële kandidaat-huurder zich bij twijfel tot u als primaire verhuurder zal richten voor ondersteuning bij een correcte weergave van de beschikbare middelen.

Meer informatie over de middelentoets leest u hier.

Bij toewijzing:

• de kandidaat-huurder aanvaardt het aanbod van een sociale woning
• de kandidaat-huurder voldoet bij aanvaarding van een sociale woning niet aan de toelatingsvoorwaarden
• de kandidaat-huurder weigert voor een tweede maal een aanbod van een sociale woning die voldoet aan zijn opgegeven voorkeur.
• de kandidaat-huurder reageert een tweede maal niet bij een aanbod van een sociale woning die voldoet aan zijn opgegeven voorkeur.

Bij actualisering:

• de kandidaat-huurder voldoet niet meer aan de inschrijvingsvoorwaarden inzake inschrijving in het bevolkingsregister, inkomen of onroerend bezit.
• de kandidaat-huurder is 2 jaar niet actief geweest in zijn inschrijvingsdossier en reageert niet op de brief om zijn kandidatuur te behouden.

Bij fraude:

• als de kandidaat-huurder te kwader trouw onjuiste of onvolledige verklaringen of gegevens heeft afgelegd of gegeven bij de inschrijving

Als de kandidaat-huurder daar schriftelijk om verzoekt, wordt de kandidaat-huurder geschrapt uit het inschrijvingsregister.

Als de kandidaat-huurder is overleden en er is geen andere kandidaat-huurder, wordt zijn inschrijving geschrapt. Het is niet mogelijk dat andere gezinsleden de opgebouwde wachttijd overnemen.

Als slechts één van de kandidaat-huurders de inschrijving wil behouden, blijft het oorspronkelijke inschrijvingsnummer behouden op zijn of haar naam.

De woonbehoeftigheidsvoorwaarden dienen niet afgetoetst te worden. De gegevens in het centraal inschrijvingsregister worden aangepast aan de nieuwe gezinssamenstelling. Een eventuele weigering en de gevolgen daarvan voor de huurpremie of een voorrangsregel blijven behouden.

Als beide kandidaat-huurders de inschrijving willen behouden, wordt het oorspronkelijke inschrijvingsnummer geschrapt en worden de kandidaat-huurders opnieuw ingeschreven met een nieuw inschrijvingsnummer, met behoud van hun individuele wachttijd. De woonbehoeftigheidsvoorwaarden dienen niet afgetoetst te worden. De gegevens in het inschrijvingsregister worden aangepast aan de nieuwe gezinssamenstelling.