Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ondersteuning Lokale regierol over beleid preventie gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie Radicalisering en Polarisatie

Ondersteuning Lokale regierol over beleid preventie gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie

Gemeenten hebben de regierol over het lokale beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie. Dat is omschreven in het decreet van 22 maart 2024 over het Vlaamse beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie en het besluit van 3 mei 2024 dat er uitvoering aan geeft.

Vlaams preventiebeleid

De Vlaamse overheid streeft naar een door iedereen gedeelde samenleving waarin democratisch burgerschap centraal staat en er plaats is voor verschillende ideologieën, denkbeelden en levensovertuigingen zolang ze niet oproepen tot haat en geweld. Gewelddadige radicalisering, zowel bij volwassenen als bij minderjarigen, vormt een substantiële bedreiging voor de fundamentele rechten en vrijheden van de democratische rechtsstaat en moet krachtdadig worden aangepakt.

Met haar beleid wil de Vlaamse overheid in de eerste plaats voorkomen dat personen gewelddadig radicaliseren, en signalen voor gewelddadige radicalisering zo vroeg mogelijk detecteren. Voor de aanpak van de beperkte groep van burgers die tot geweld zijn overgegaan moet er echter een curatief beleid worden gevoerd: met hen trachten we tot disengagement te komen en recidive te voorkomen. Het Vlaamse beleid focust op de verscheidenheid van vormen van gewelddadige radicalisering en extremisme.

Om het doel van het beleid te realiseren, hanteert de Vlaamse overheid zowel een individuele aanpak als een aanpak die op de brede samenleving gericht is. Wat de individuele aanpak betreft, gaat het om de detectie, opvolging, begeleiding naar disengagement en nazorg van gewelddadig geradicaliseerde burgers of burgers die signalen van gewelddadige radicalisering vertonen. Wat de aanpak naar de bredere samenleving betreft, speelt het Vlaamse beleid gericht in op bepaalde mechanismen die gewelddadige radicalisering en extremisme bevorderen en die een groot effect hebben op de samenhorigheid in de samenleving. Specifiek gaat het om schadelijke polarisatie. Bij schadelijke polarisatie is sprake van een groeiende sociaal-emotionele afstand, een groeiend wantrouwen en een verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, waarbij de sociale veiligheid in het gedrang komt. Van belang is dat schadelijke polarisatie kan leiden tot het verheerlijken van gewelddadige acties of zelfs tot het daadwerkelijk overgaan tot wetsoverschrijdende handelingen.

De aanpak van schadelijke polarisatie is slechts één specifiek onderdeel van een preventief beleid voor gewelddadige radicalisering, extremisme en terrorisme in de brede samenleving. De Vlaamse overheid flankeert dit specifieke beleid met een sterk regulier beleid dat voedingsbodems zoals sociale uitsluiting, armoede, ongelijke behandeling, onveiligheid, milieuvervuiling en klimaatverandering,…die aanleiding zouden kunnen geven tot gewelddadige radicalisering bij burgers, aanpakt. Een sterk beleid rond samenleven, gelijke kansen, armoedebestrijding, kinderen- en jongerenwelzijn, onderwijs, zorg, milieu, vrije tijd en sport,… is daarom onontbeerlijk. Een uitgebreidere schets van het Vlaamse beleid vind je op deze pagina op de website van het Vlaams Parlement(opent in nieuw venster).

Waarom een lokale regierol?

De rol van de gemeente is onontbeerlijk voor een succesvol beleid. Als het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat en het hoogste vertrouwen geniet, is de gemeente bij uitstek geschikt om het beleid in goede banen te leiden. Alleen de gemeente kan op een succesvolle manier inspelen op lokale dynamieken die kunnen leiden tot gewelddadige radicalisering, zoals schadelijke polarisatie. En via haar lokale netwerken kan ze snel signalen van gewelddadige radicalisering bij burgers opvangen en kan ze er, samen met haar partners, een integrale opvolging aan geven. Bovendien kan de gemeente via haar reguliere beleid ervoor zorgen dat in de lokale samenleving de voedingsbodems voor gewelddadige radicalisering zoveel mogelijk worden geëlimineerd.

Terwijl tien jaar geleden gewelddadige radicalisering zich vooral voordeed in enkele steden, heeft het fenomeen zich, vooral onder invloed van sociale media, intussen verspreid over heel Vlaanderen. We vinden het zowel in onze centrumsteden als in onze kleine plattelandsgemeenten. Een effectief preventiebeleid kan zich geen blinde vlekken veroorloven. Daarom wil de Vlaamse overheid graag dat elke Vlaamse gemeente een lokaal beleid uitrolt.

Hoe vult de gemeente de lokale regierol in?

Gemeenten die de lokale regierol rond de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie wensen op te nemen, bepalen grotendeels zelf, op basis van een lokale analyse, hoe zij hun regierol concreet invullen met zelf geformuleerde doelstellingen, actieplannen en acties. De Vlaamse overheid kan gemeenten, indien zij een invulling geven aan de Vlaamse beleidsprioriteiten voor de lokale regierol, financieel ondersteunen.

De 4 Vlaamse beleidsprioriteiten moeten in de meerjarenplanning worden opgenomen en gemarkeerd met de bijhorende rapporteringscodes:

  • De gemeente voorkomt gewelddadige radicalisering en terrorisme via tijdige detectie en opvolging.

De gemeente neemt initiatieven, doet aan overleg en netwerking om signalen van gewelddadige radicalisering op te merken en er een adequate opvolging aan te geven. Dit zowel online als offline. Rapporteringscode: ABB-RADIC1.

  • De gemeente werkt aan disengagement van geradicaliseerde burgers.

De gemeente leidt haar personeel op om disengagementstrajecten te kunnen begeleiden, ze bouwt netwerken uit om disengagementstrajecten kwaliteitsvol te ondersteunen en voert disengagementstrajecten uit; bij ontstentenis van geradicaliseerde personen op haar grondgebied investeert de gemeente in een robuuste begeleidingsstructuur. Rapporteringscode ABB-RADIC2.

  • De gemeente voorkomt gewelddadige radicalisering door de bestrijding van schadelijke polarisatie in de samenleving

Schadelijke polarisatie kan op diverse manieren worden voorkomen en bestreden. Mogelijke acties: de gemeente vormt eigen personeel tot polarisatiestrateeg, biedt ondersteuning aan lokale organisaties bij (acute) spanningen, voorziet vorming aan hulpverleners in een onlife omgeving, investeert in de-escalatietechnieken, vormt haar communicatiemedewerkers om gepast te modereren en te reageren op intimidatie, desinformatie en haatspraak op haar sociale media én aanspreekpunt te zijn voor vragen over het thema van sociopreventieve actoren, werkt met lokale influencers, zet in op vroegdetectie van haatpredikers, organiseert train-the-trainersessies rond omstandersgedrag en straatintimidatie. Rapporteringscode: ABB-RADIC3.

  • De gemeente beschikt over een actieve LIVC R-werking.

Een Lokale Integrale Veiligheidscel Radicalisme, Extremisme en Terrorisme (LIVC R) wordt als ‘actief’ beschouwd indien er casussen op worden besproken, er betrokkenheid is van de (lokale) sociopreventieve actoren en indien men regelmatig samenkomt. Voor een goede werking is het belangrijk te werken aan een duidelijk afsprakenkader, een gemeenschappelijk referentiekader en een goede vertrouwensdynamiek tussen de verschillende partners. De gemeente organiseert bijgevolg ook in een casusluwe periode regelmatig bijeenkomsten met de LIVC R-deelnemers en voorziet in vorming en ondersteuning van de partners. (De wet van de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme verplicht iedere gemeente om een LIVC R op te richten.) Rapporteringscode: ABB-RADIC4.

De Vlaamse overheid wil samenwerking tussen gemeenten bij het uitoefenen van de lokale regierol stimuleren. Voor het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering en schadelijke polarisatie kan in het bijzonder de samenwerking tussen gemeenten binnen eenzelfde lokale politiezone een beleidsvoordeel zijn.

Wie kan aanspraak maken op een subsidie?

Om in aanmerking te komen voor een subsidie vertaalt de gemeente in haar strategische meerjarenplanning de Vlaamse beleidsprioriteiten in unieke acties. In elk subsidiejaar worden unieke acties voor elk van de 4 beleidsprioriteiten gepland. Aan elke unieke actie worden alleen uitgaven, ontvangsten en rapporteringscodes gekoppeld met betrekking tot de 4 Vlaamse beleidsprioriteiten. Dat is nodig voor een duidelijke en ondubbelzinnige subsidieaanvraag en inhoudelijke en financiële verantwoording en controle van de besteding van de subsidie op basis van de digitale rapportering over de beleidsrapporten van de gemeenten.

Gemeenten kunnen ervoor kiezen om een samenwerking (samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid) aan te gaan, met een gemeente als trekker. Binnen een samenwerkingsverband kunnen de acties worden gespreid over de meerjarenplanningen van de deelnemende gemeenten, of in het uiterste geval worden opgenomen in het meerjarenplan van één enkele gemeente. Gezamenlijk coveren de betrokken gemeenten wel alle beleidsprioriteiten.

Het samenwerkingsverband kan kiezen voor een gemeenschappelijke LIVC R-werking, afzonderlijke LIVC R of een combinatie van beide. Echter, alle deelnemende gemeenten geven in hun strategische meerjarenplanning aan hoe zij, op basis van de lokale analyse binnen de eigen gemeente, de 4 beleidsprioriteiten zullen invullen (gemeenten die geen eigen acties inschrijven, kunnen verwijzen naar de meerjarenplanning van de trekkende gemeente).

Alle Vlaamse gemeenten en samenwerkingsverbanden van gemeenten komen voor subsidiëring in aanmerking, in de mate dat hiervoor voldoende middelen zijn binnen de Vlaamse begroting. In het geval van een samenwerkingsverband treedt 1 gemeente als trekker op. De trekkende gemeente ontvangt dan de subsidie, maar kan via een lokale samenwerkingsovereenkomst middelen overmaken naar de andere gemeente(n) in het samenwerkingsverband.

Binnen de beschikbare middelen binnen de Vlaamse begroting krijgen de Vlaamse gemeenten met de zwaarste problematiek in het kader van gewelddadige radicalisering en schadelijke polarisatie voorrang. Het Agentschap Binnenlands Bestuur brengt die gemeenten individueel op de hoogte. Voor de nieuwe lokale beleidscyclus werden op die manier 42 gemeenten geprioriteerd.

De selectie van deze 42 gemeenten werd - conform artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 maart 2024 over het Vlaamse beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie - genomen door de bevoegde minister op basis van het advies van het Agentschap Binnenlands bestuur. Voor het advies werd input gevraagd van de veiligheidsdiensten, het Agentschap Justitie en Handhaving, het Vlaams Vredesinstituut, de VVSG, het Agentschap Integratie en Inburgering en het Hannah Arendt Instituut.

In tweede orde worden de subsidies toegekend op basis van het inwonersaantal. Indien gemeenten samenwerken, wordt het inwonersaantal van alle samenwerkende gemeenten het uitgangspunt: samenwerking tussen gemeenten bij het uitoefenen van de regierol biedt dus een hogere kans op subsidiëring.

Hoeveel bedraagt de subsidie?

Een gemeente of samenwerking van gemeenten die voldoet aan de voorwaarden, en rekening houdend met het beschikbare krediet, ontvangt een jaarlijkse subsidie van 60.000 euro. De subsidies worden, binnen de perken van het jaarlijks goedgekeurde begrotingskrediet, principieel toegekend voor de hele periode van het meerjarenplan. Het eerste subsidiejaar gaat in op 1 januari 2026.

Een gemeente die subsidie ontvangt, voorziet in een jaarlijkse cofinanciering van 20%, of 12.000 euro met eigen budgetten.
De minister kan beslissen dat halverwege de lokale beleidscyclus bijkomende gemeenten een subsidieaanvraag kunnen indienen.

Hoe vraag je een subsidie aan?

De aanvraag verloopt via de meerjarenplanning voor de periode 2026-2031. De gemeente (al dan niet in het kader van een samenwerkingsverband) bezorgt haar meerjarenplanning ten laatste op 15 januari 2026 via digitale weg aan het Agentschap Binnenlands Bestuur. In deze meerjarenplanning geeft de gemeente aan met welke unieke acties ze inspeelt op de 4 Vlaamse beleidsprioriteiten voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, op basis van de actuele lokale analyse. In het geval van een samenwerkingsverband geven alle deelnemende gemeenten in hun strategische meerjarenplanning aan op welke wijze ze op het lokale niveau invulling geven aan de Vlaamse beleidsprioriteiten, op basis van een actuele lokale analyse. In het geval zij geen eigen acties opnemen, kan worden verwezen naar de meerjarenplanning van de trekkende gemeente.

De gemeente koppelt die unieke acties aan de externe rapportagecodes (ABB-RADIC1, ABB-RADIC2, ABB-RADIC3, ABB_RADIC4). De gemeente schrijft in haar raming van het budget bij de externe rapportagecodes minstens een bedrag van 72.000 euro in.

Het Agentschap Binnenlands Bestuur zal ten laatste op 30 april 2026 de gemeente, of in het geval van een samenwerkingsverband de trekkende gemeente, op de hoogte stellen van het resultaat van de subsidieaanvraag.

Wat na toekenning van de subsidie?

De jaarlijkse subsidie wordt in twee gelijke schijven uitgekeerd: uiterlijk op 30 juni en op 30 september. Voor de periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen wordt de procedure zoals die is opgenomen in decreet van 15 juli 2011 of ‘planlastendecreet’ gevolgd.

Bij toekenning van de subsidie rapporteert de (trekkende) gemeente via de jaarrekening die, vanaf 2027, jaarlijks op 31 juli aan het Agentschap Binnenlands Bestuur wordt bezorgd. Als de gemeente niet of onvoldoende rapporteert of als uit de rapportering blijkt dat de beleidsprioriteiten niet of onvoldoende werden nagestreefd, of de cofinanciering van 20% niet werd gerealiseerd, kan het agentschap bezwaar aantekenen bij de gemeente en bijkomende informatie opvragen. Indien de subsidie onvoldoende kan worden verantwoord zullen de verdere subsidies in eerste instantie niet worden uitgekeerd en in tweede instantie zal het agentschap reeds toegekende subsidies terugvorderen.

Van elke gesubsidieerde gemeente wordt verwacht dat ze deelneemt aan de overleg- en afstemmingsmomenten van het Agentschap Binnenlands Bestuur. Dit om ervaringen uit te wisselen en goede praktijken te delen. De gemeenten kunnen hierop ook nieuwe lokale uitdagingen signaleren. Indien er voldoende gesubsidieerde gemeenten zijn binnen een provincie of regio zal het agentschap dit overleg regionaal organiseren.

Wetgevend kader

Contact

Heb je vragen over deze pagina? Stuur een e-mail naar samenleven@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

De invulling van de lokale regierol en de mogelijkheid tot financiering door de Vlaamse overheid wordt meer diepgaand toegelicht op regionale infosessies die het Agentschap Binnenlands bestuur in de loop van februari en maart 2025 organiseert. Meer informatie en de inschrijvingslink vind je op de evenementenpagina van de infosessies.