De invloed van de omgeving op insecten in bloemrijke akkerranden
Het aantal insecten in de natuur en de landbouw is door het gebruik van pesticiden en de krimpende leefgebieden sterk achteruitgegaan. Nochtans hebben insecten verschillende positieve effecten op de landbouw: ze bestuiven gewassen en bepaalde insecten zijn natuurlijke vijanden voor insecten die de gewassen aantasten. Daarom zet de landbouw volop in op akkerranden vol bloemen. Insecten vinden er voedsel, en plaatsen om te schuilen en nesten te maken. Maar die akkerranden leveren wisselende resultaten op. Daarom onderzocht de KU Leuven welke invloed het landschap rond de akkers op die akkerranden heeft.
Het doel
Zowel de regionale landschappen als de landbouwers vroegen zich af of de omgeving en de structuur van het landschap een invloed hebben op die wisselende resultaten van die akkerranden. Met het onderzoek wilden ze te weten komen hoe de omringende landschapselementen de diversiteit aan (nuttige) insecten in bloemrijke akkerranden beïnvloeden, en welke effecten de insecten op de landbouwgewassen en -productie hebben.
Het verloop
Het onderzoek van de KU Leuven liep van 2018 tot 2020. De onderzoekers:
voerden een landscan uit;
deden onderzoek naar de efficiëntste methodes om insecten in bloemstroken te vangen;
onderzochten de invloed van de structuur van het landschap op de diversiteit aan insecten in die akkerranden;
zochten samen met de landbouwers naar de beste technieken en timing om bloemstroken aan te leggen.
Geleerde lessen: verder onderzoek naar invloed op gewassen nodig
De resultaten bevestigden deels dat seminatuurlijke leefgebieden de diversiteit aan insecten in bloemrijke akkerranden positief beïnvloeden. In de akkerranden leeft een beperkt aantal bestuivers, veel natuurlijke vijanden, maar ook een groot aantal insecten die schadelijk zijn voor de landbouw. Over de invloed van het omringende landschap konden de onderzoekers geen uitspraken doen.
De toekomst
Er is meer onderzoek nodig om na te gaan welke van die insecten ook in de gewassen leven en om te zien of de bestuivers en natuurlijke vijanden de gewassen ook echt beschermen en doen groeien. Ook het landschap rond de akkers en bloemstroken moet mee in verder onderzoek worden opgenomen. Zo kunnen landbouwers op termijn hun gewassen op een veel biologischere manier dan nu beschermen.