Zomerscholen: iedereen wint
Veerle Van den Wyngaert, adviseur flankerend onderwijsbeleid in de provincie Antwerpen, ziet hoe in haar provincie de vraag naar zomerscholen toeneemt. Daar zijn goede redenen voor.
Uit evaluatie blijkt dat zomerscholen resultaat hebben, en dan vooral bij kinderen die het moeilijk hebben tijdens en na de zomervakantie. ‘Elk kind heeft leerverlies tijdens de grote vakantie en hoe kwetsbaarder, hoe meer leerverlies. Voor die kinderen is het echt de moeite om deel te nemen aan een zomerschool. Doordat ze er veel Nederlands spreken, lezen en schrijven vergroot hun zelfvertrouwen en verkleint de kloof tussen sterke en minder sterke kinderen.’
Scholen merken een verschil dankzij zomerscholen.
‘We focussen op meer dan enkel leerachterstand. We versterken elk kind in z’n totaliteit. Spelend leren en activiteiten waarin ook sociale en communicatieve vaardigheden aan bod komen krijgen veel aandacht. We verruimen ook de horizon van de kinderen, met- bijvoorbeeld cultuur en sport. En we laten hen kennismaken met lokale voorzieningen, zoals de bibliotheek, het zwembad, de sportclub, de jeugdbeweging, … Die dingen zijn niet voor alle kinderen vanzelfsprekend in de zomervakantie.’
Zomerscholen maken het schooljaar ook minder zwaar voor leerkrachten. ‘Je voelt dankbaarheid op de scholen. Ze hebben schrik voor uitval na een lange zomervakantie en merken een verschil dankzij de zomerscholen.’
Het is een echte win-win, ook buiten het leerplichtonderwijs. ‘We hebben een mooie samenwerking met de hogescholen. Leraren in opleiding kunnen hun verbredingsstage bij ons doen, maar we motiveren ook psychologen, maatschappelijk werkers en logopedisten in opleiding om zich in te schrijven als zomerschoolbegeleider.’