Vlaamse toetsen: info voor leerlingen en ouders

• Je volgt een individueel aangepast curriculum (open definitie) (IAC).
• Je zit in het buitengewoon basisonderwijs.
• Je volgt les in het buitengewoon secundair onderwijs OV1, OV2 en OV3.
• Je bent een anderstalige nieuwkomer.
• Je volgt les in een onthaalklas (OKAN).

Je moet niet studeren voor de toetsen.

Je maakt eerst een kennismakingstoets. Die toets kan je maken van 10 maart tot en met 24 april 2025. Dat doe je op school, samen met de hele klas. Je leraar helpt je. De Vlaamse toetsen zelf gaan door tussen 25 april en 15 mei 2025.

Dit leer je in de kennismakingstoets:

• Hoe log je in op het toetsplatform?
• Welke soorten vragen zijn er in de toets?
• Welke hulpmiddelen mag je gebruiken bij de toets? En hoe gebruik je die?

De vragen van de kennismakingstoets zijn eenvoudig. Zo besteed je tijdens de kennismakingstoets minder tijd aan het oplossen van de toetsvragen en kan je je concentreren op het leren werken met het toetsplatform.

• Een laptop of tablet voor schoolwerk.

• Een kladblad, balpen of potlood en geodriehoek.

• Als het kan: een toetsenbord en een muis.

Neen. De Vlaamse toetsen zijn adaptief. Dat betekent dat je vragen krijgt op jouw niveau. De vragenreeksen passen zich aan je antwoorden aan:

• Geef je vooral goede antwoorden? Dan krijg je daarna een reeks moeilijkere vragen.
• Geef je vooral foute antwoorden? Dan is de volgende reeks vragen iets gemakkelijker.
• Je krijgt dus mogelijk niet dezelfde vragen als je klasgenoten.

De moeilijkheid van de toetsvragen is belangrijk voor de berekening van de resultaten.

• Je kan meerdere vragen juist beantwoorden en het gevoel hebben een goede score te behalen. Maar als je vooral gemakkelijke vragen correct beantwoord hebt, zal je geen hoog vaardigheidsniveau behalen.

• Je hebt misschien de indruk dat de Vlaamse toetsen moeilijker zijn dan wat je in de klas gewend bent. Dat wil niet zeggen dat je niet goed scoort. Zelfs als je enkele moeilijke toetsvragen fout had, kan je toch een hoog vaardigheidsniveau behalen, net omdat de moeilijke vragen gekoppeld zijn aan een hoger vaardigheidsniveau.

Lees meer over de adaptiviteit in de uitleg bij de resultaten van de Vlaamse toetsen(PDF bestand opent in nieuw venster).

• Enkel in een digitale toets is het mogelijk om adaptief (open definitie) te toetsen.
• Toetsen op de laptop of tablet kunnen we sneller verwerken dan toetsen op papier. Zo krijgt je school sneller het resultaat van je toets.
• Op een laptop of tablet kan je hulpmiddelen gebruiken tijdens de toetsen. Je kan bijvoorbeeld een digitaal woordenboek raadplegen.

Onderzoekers en leerkrachten die werken voor een universiteit of hogeschool (Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs(opent in nieuw venster)) stellen de vragen op. Ze verwerken ook de resultaten en geven feedback aan jouw school.

Deze hulpmiddelen mag je gebruiken bij alle toetsvragen. Je leert de hulpmiddelen gebruiken in de kennismakingstoets:

• Verklarend woordenboek

• Uitleg bij een woord

• Digitale markeerstift

• Donkere modus of hoog contrast op je scherm

• Zoomfunctie of vergrootglas voor afbeeldingen

Bij wiskunde mag je het rekentoestel van het toetsplatform gebruiken voor sommige vragen. Je mag geen eigen rekentoestel gebruiken. Voor deze vragen mag je het rekentoestel niet gebruiken:

• Bij vragen over hoofdrekenen

• Bij vragen waarbij je niet moet rekenen

Zit je in het 2de jaar van de B-stroom in het secundair onderwijs? Dan mag je een formuleblad voor wiskunde gebruiken. Je krijgt dat van de school.

Wil je meer weten over de hulpmiddelen? Bij de kennismakingstoets krijg je daarover meer uitleg.

Gebruik je in de klas extra hulpmiddelen? Dan mag je die ook gebruiken voor de toetsen. Bijvoorbeeld:

• Je eigen voorleessoftware en hulpkaarten

• Oortjes of een hoofdtelefoon als je software gebruikt om voor te lezen

• Een scherm of bord om je af te schermen, zodat jij je beter kan concentreren

• Een hoofdtelefoon om het geluid te dempen

• Een aangepaste muis of een speciaal toetsenbord

Vanaf eind juni krijg je de resultaten van jouw toetsen in de vorm van een vaardigheidsniveau. Dat gebeurt via de school. Je school geeft jouw resultaten ook aan je ouders, bijvoorbeeld bij het oudercontact.

De school bezorgt jouw resultaten in een persoonlijke feedbackfiche (PDF-bestand of afgedrukte versie).

In de feedbackfiche vind je:

• De resultaten van de toetsen in de vorm van vaardigheidsniveaus.
• Of je de eindtermen en eindtermen basisgeletterdheid (enkel voor het 2de jaar secundair onderwijs) hebt bereikt.
• Welke toetsen je voor Nederlands en wiskunde hebt gemaakt.

• Jij en je ouders (via de school)

• De directeur van je school en de leraren van wie je les krijgt.

• Onderzoekers die de resultaten van alle toetsen opstellen: zij zien enkel jouw antwoorden en niet jouw naam. Ze analyseren ‘anonieme data’.

Andere mensen zien jouw resultaten niet.

Elke school kiest zelf of het resultaat van de Vlaamse toetsen meetelt.

Mag je overgaan naar het volgende jaar? Daarvoor bekijkt jouw school altijd al jouw toetsen en taken, dus niet alleen deze toetsen.

Meer info lees je in het schoolreglement.

Neen. Resultaten van scholen of leerlingen worden niet bekendgemaakt aan andere mensen. Een school ziet alleen de resultaten van haar eigen leerlingen.

Scholen gebruiken deze informatie om hun onderwijs te verbeteren.

• Ziet een school in de resultaten bijvoorbeeld dat haar leerlingen algemeen minder scoren op begrijpend lezen? Dan gaat ze samen met alle leerkrachten op zoek naar manieren om deze resultaten in de toekomst te verbeteren.
• Scoren haar leerlingen goed op een bepaald toetsonderdeel? Dan weet de school dat ze de lessen over dit onderdeel op een goede manier geeft en zo kan verder doen.

Je vindt enkel algemene resultaten. Persoonlijke resultaten van andere Vlaamse leerlingen kan je niet raadplegen.

Het resultaat van de Vlaamse toetsen is niet zomaar een score op 10. Leerlingen krijgen hun resultaat in de vorm van een vaardigheidsniveau.

• Je kan de toetsen inkijken.
• De toetsinzage vindt plaats in Brussel.
• Je moet je inschrijven.
• Je krijgt de toetsvraag en je antwoord te zien.
  • Je ziet enkel of jouw antwoord goed of fout was.
  • Je krijgt geen uitleg of extra informatie over jouw resultaat.