De verkozenen voor de gemeenteraad dragen bij de gemeenteraadsverkiezingen een kandidaat voor het ambt van burgemeester voor op basis van een akte van voordracht. Die akte moet worden neergelegd bij de provinciegouverneur. De gemeenteraad komt niet tussen in de voordracht van kandidaten voor het ambt van burgemeester.
Verkiezingsprocedure
De verkiezing van een kandidaat-burgemeester verloopt volgens een bepaalde procedure:
- Stap 1
Voordracht van de kandidaat-burgemeester
De verkozenen voor de gemeenteraad dragen bij de gemeenteraadsverkiezingen een kandidaat voor het ambt van burgemeester voor met een akte van voordracht (GEM 1).
- Stap 2
Neerlegging van de akte bij de provinciegouverneur
Samen met de akte dient de kandidaat-burgemeester ook een recent uittreksel uit het bevolkingsregister, een recent uittreksel uit het strafregister en een verklaring zich niet te bevinden in één van de gevallen van onverenigbaarheid zoals beschreven in artikel 10 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
- Stap 3
Advies van de Procureur-Generaal en provinciegouverneur
- Stap 4
Benoeming van de burgemeester
De minister van Binnenlands Bestuur gaat op basis van de akte van voordracht over tot het al dan niet benoemen van de voorgedragen kandidaat tot burgemeester.
De Vlaamse Regering gaat na of de akte van voordracht ontvankelijk is overeenkomstig de voorwaarden. De Vlaamse Regering kan evenwel altijd om een nieuwe voordracht verzoeken.
- Stap 5
Eedaflegging van de burgemeester
De burgemeester legt, na de benoeming door de minister, de eed af in handen van de provinciegouverneur. Dat geldt ook in de randgemeenten en Voeren.
De eedaflegging verloopt anders in gemeenten waar al een collectieve motie van wantrouwen werd ingediend.
Ontvankelijkheid van de akte van voordracht
De akte van voordracht van een kandidaat-burgemeester is ontvankelijk als:
- de voorgedragen kandidaat-burgemeester en kandidaat-opvolgers Belg zijn
- de voorgedragen kandidaat-burgemeester gemeenteraadslid is tijdens de bestuursperiode waarvoor het als burgemeester wordt voorgedragen. Het is mogelijk om tussen de verkiezingen en de installatievergadering een kandidaat-burgemeester voor te dragen als die verkozene is voor de gemeenteraad.
- de akte van voordracht - die tussen de verkiezingen en de installatievergadering ingediend wordt - ondertekend is door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen hebben deelgenomen, alsook door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat-burgemeester zijn verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-burgemeester voorkomt maar 2 verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen
- de akte van voordracht - die wordt voorgelegd na de installatievergadering van de gemeenteraad - ondertekend is door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden, alsook door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat-burgemeester verkozen zijn.
Een voorgedragen kandidaat-burgemeester die niet is benoemd, kan tijdens dezelfde bestuursperiode niet meer opnieuw worden voorgedragen, tenzij op basis van nieuwe feiten of nieuwe gegevens.
Niemand kan meer dan 1 akte van voordracht ondertekenen. Overtreding van dat verbod wordt bestraft in hoofde van de ondertekenaar, maar heeft niet per definitie de onontvankelijkheid van de akte tot gevolg, tenzij er niet meer aan de ondertekeningsvoorwaarden is voldaan als de desbetreffende handtekening wordt geschrapt.
Openvallen van het burgemeestermandaat
Als de kandidaat-burgemeester het burgemeestersmandaat niet aanvaardt, of als de benoemde burgemeester van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, als verhinderd wordt beschouwd, afgezet of geschorst wordt, ontslag genomen heeft of overleden is, wordt een nieuwe burgemeester benoemd.
Als het mandaat vervallen wordt verklaard of de burgemeester als verhinderd wordt beschouwd, afgezet of geschorst wordt, ontslagen is als gevolg van een onverenigbaarheid of overleden is, wordt tot aan de nieuwe benoeming het burgemeesterschap waargenomen.
De akte van voordracht van een kandidaat-burgemeester tijdens de zittingsperiode (akte GEM 2) kan worden gebruikt zowel voor de voordracht van de kandidaat-titelvoerend burgemeester als voor de voordracht van de kandidaat-waarnemend burgemeester.