De Vlaamse Regering moet een bepaalde procedure volgen om lokale en provinciale mandatarissen te schorsen naar aanleiding van kennelijk wangedrag of grove nalatigheid.
- Stap 1
Kennis van feiten
De Vlaamse Regering krijgt kennis van feiten gepleegd door hogergenoemde mandatarissen die mogelijk bestempeld kunnen worden als kennelijk wangedrag of grave nalatigheid en die aanleiding kunnen geven tot een tuchtmaatregel.
- Stap 2
Tuchtonderzoek
De Vlaamse Regering geeft de provinciegouverneur van de provincie van de betrokken mandataris de opdracht om een tuchtonderzoek te voeren, een tuchtverslag op te maken en een tuchtdossier samen te stellen.
- Stap 3
Advies aan de Vlaamse regering
De gouverneur geeft in het tuchtverslag advies aan de Vlaamse Regering over het gevolg dat volgens hem aan de feiten moeten worden gegeven. Als de gouverneur voorstelt om een tuchtprocedure op te starten, formuleert hij een voorstel van tuchtstraf.
- Stap 4
Hoorzitting
De Vlaamse Regering zal binnen de 3 maanden na ontvangst van het tuchtverslag en -dossier de betrokken mandataris oproepen voor een hoorzitting.
- Stap 5
Proces-verbaal
De Vlaamse Regering, of een of meer personeelsleden van het Agentschap Binnenlands Bestuur die ze heeft aangewezen, horen de betrokken mandataris. De hoorzitting vindt plaats achter gesloten deuren. Van die hoorzitting wordt een proces-verbaal opgesteld.
- Stap 6
Beslissing
De Vlaamse Regering maakt haar beslissing en stuurt die beslissing aangetekend naar de betrokkene of overhandigt ze tegen ontvangstbewijs binnen de 3 maanden nadat de persoon die de laatste hoorzitting heeft voorgezeten, het proces-verbaal heeft ondertekend.