Een personeelslid bij de diensten van de Vlaamse overheid mag een dienstwagen voor privéverplaatsingen gebruiken als de lijnmanager dit om functionele redenen toestaat. Daarnaast hebben bepaalde personeelsleden recht op een dienstwagen.

In beide gevallen registreer je het personeelslid in het ‘wagenreglement’.

De lijnmanager bepaalt per personeelslid welke privéverplaatsingen die mag afleggen. Er zijn 3 soorten:

• woon-werkverkeer
• ander privégebruik in het binnenland
• privégebruik in het buitenland

Personeelsleden uit 1 van onderstaande personeelscategorieën hebben recht op een dienstwagen:

• topkaderfuncties N-niveau (binnen het kader van het mobiliteitskrediet)
• hoofd secretariaat van een Strategische Adviesraad (op beslissing van de functionele minister)

Voor die personeelsleden is het privégebruik van een dienstwagen toegestaan voor alle soorten privéverplaatsingen.

In alle andere gevallen beslist de lijnmanager of het personeelslid een dienstwagen krijgt voor privégebruik.

Je noteert de namen van de personeelsleden die een dienstwagen voor privéverplaatsingen gebruiken in het wagenreglement van je departement of agentschap.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) heeft het vermoeden van privégebruik. Dat geldt voor elk voertuig dat op naam van de werkgever is ingeschreven of dat de werkgever via een huur- of leasingcontract ter beschikking stelt aan zijn personeel. Enkel de werkgever kan dit vermoeden weerleggen als die bewijst dat er geen privégebruik, maar enkel professioneel gebruik is. Bijvoorbeeld: bij gebruik enkel voor dienstreizen. Daarom neem je de namen op in de lijst met personeelsleden die een voertuig voor persoonlijk gebruik mogen gebruiken.

• Vlaams personeelsstatuut (VPS): privégebruik van een dienstwagen
• Vlaams personeelsstatuut (VPS): geldelijke arbeidsvoorwaarden
• Vlaams personeelsstatuut (VPS): aanwijzing en arbeidsvoorwaarden
• Omzendbrief: verwerving en vervreemding, gebruik en beheer van dienstvoertuigen
• Fiscale aspecten van het gebruik van een dienstvoertuig