Gedaan met laden. U bevindt zich op: Energieprestatiecertificaat van een niet-residentiële gebouweenheid (EPC NR)

Energieprestatiecertificaat van een niet-residentiële gebouweenheid (EPC NR)

Het EPC van een niet-residentiële gebouweenheid (EPC NR) geeft de energiezuinigheid weer van een gebouweenheid die gebruikt wordt als kantoor, school, winkel, ziekenhuis,… en toont hoeveel inspanningen nog nodig zijn om te renoveren tot een koolstofneutrale gebouweenheid. 

Brief EPC NR

Onlangs kregen heel wat ondernemingen, publieke gebouwen en zorginstellingen een brief van het VEKA over het EPC NR. Dit is een informatieve brief over het EPC NR. Vanaf 1 januari 2025 moeten namelijk alle niet-residentiële gebouwen groter dan 1000m² over een EPC NR beschikken. In sommige gevallen kan het zijn dat de brief onterecht bij u belandde. In dat geval moet u verder niets ondernemen.

Het EPC van een niet-residentiële gebouweenheid geeft aan de eigenaar(s) of huurder(s) niet alleen inzicht over de energetische prestaties van het gebouw, maar geeft ook aan hoe die prestaties verbeterd kunnen worden.

Het EPC NR is dus een hulpmiddel om eigenaars naar de langetermijndoelstelling (koolstofneutraliteit) te begeleiden.

Per niet-residentiële gebouweenheid

Het energieprestatiecertificaat van een niet-residentiële gebouweenheid (EPC NR) wordt opgesteld per niet-residentiële gebouweenheid.

Niet-residentiële gebouweenheden zijn alle gebouweenheden die als ‘niet-residentieel’ hebben, dus álle gebouweenheden behalve woongebouwen, industriegebouwen en landbouwgebouwen.

De eigenaar van een kleine niet-residentiële (kNR) gebouweenheid kan er voor kiezen om in plaats van een EPC NR een EPC van een kleine niet-residentiële gebouweenheid te laten opmaken. De opmaak en inhoud van dit EPC kNR is gelijkaardig aan het EPC van residentiële gebouweenheden en is specifiek ontwikkeld voor kleine niet-residentiële gebouweenheden die sterke gelijkenissen vertonen met woningen op het vlak van architectuur, installaties, materialen, gebruik, …

Verplicht

  • Een EPC NR is verplicht bij verhuur en bij alle vormen van (bijv. verkoop)
    • Op het moment dat de wordt aangeboden voor bijvoorbeeld verkoop of verhuur, moet een geldig EPC beschikbaar zijn.
    • Op het moment van de (uiterlijk op de datum van het verlijden van de akte of het vestigen van het opstalrecht of de erfpacht), moet het EPC aan de nieuwe eigenaar of huurder bezorgd zijn.
    • Er zijn enkele uitzonderingen. Zie: Toepassingsgebied EPC (Klein) Niet-Residentieel Uitzonderingen (op de EPC-pedia).
    • Ook gebouwen die beschermd zijn (monument, stads- dorpsgezicht,...) moeten een EPC NR worden opgemaakt.
  • Let op: deze verplichting geldt enkel als een volledige gebouweenheid wordt verkocht, overgedragen of verhuurd. Als slechts een deel van een gebouweenheid verhuurd wordt (bv. een kleine kantoorruimte in een kantoorgebouw) moet geen EPC NR worden opgemaakt.
  • Bij het te koop en te huur stellen, moeten een aantal elementen uit het EPC vermeld worden in advertenties of bekendmakingen waarin de gebouweenheid te koop of te huur wordt aangeboden. De verplichte vermelding van EPC-gegevens in advertenties geldt voor eigenaars, maar evenzeer voor makelaars, notarissen…
  • Dit EPC moet worden opgemaakt door een erkende Energiedeskundige (type D).(opent in nieuw venster)

Procedure

Het opstellen van een EPC Niet-Residentieel (EPC NR) brengt een aantal taken en verantwoordelijkheden mee voor verschillende betrokken partijen: de gebouweigenaar of diens gevolmachtigde, de energiedeskundige én de gebouwgebruiker.

Ook in de startkaart(PDF bestand opent in nieuw venster) vindt u een handig overzicht van de stappen die u moet zetten.

  • Stap 1

    De eigenaar van de eenheid of de houder van een zakelijk recht (erfpachter of opstalhouder) en hun opdrachthouder, lasthebber of gevolmachtigde stelt een energiedeskundige type D aan.

  • Stap 2

    De eigenaar verzamelt alle bewijsstukken over isolatie, buitenschrijnwerk, installaties… en alle andere nuttige informatie over het gebouw. Dat zijn documenten van de eigenaar die de aanwezigheid van isolatie, materialen of toestellen aantonen.

    De gebouweigenaar is verplicht om minstens jaarlijks meterstanden te registreren die nodig zijn voor de bepaling van het energielabel in kader van het EPC NR. Deze jaarlijkse meteropnames mogen door een energiedeskundige type D of door een interne medewerker (bijvoorbeeld gebouwbeheerder) gebeuren. Richtlijnen voor de opname van deze jaarlijkse metingen worden door het VEKA vastgelegd.

  • Stap 3

    De energiedeskundige zal de niet-residentiële gebouweenheid bezoeken en de nodige vaststellingen doen tijdens dit plaatsbezoek. De eigenaar (of plaatsvervanger) moet de toegang voorzien tot de niet-residentiële gebouweenheid.

    Tijdens het plaatsbezoek zal de energiedeskundige naar de energiezuinigheid van de niet-residentiële gebouweenheid (bv. naar de isolatiematerialen van het dak, buitenmuren, vloer, ramen en deuren) kijken, maar ook naar de installaties voor verwarming en koeling, de productie van warm water, ventilatie,…

    De energiedeskundige zal ook de meterstanden registreren en metingen van hernieuwbare technologieën en restwarmterecuperatie op de site.

  • Stap 4

    De energiedeskundige maakt het EPC van de niet-residentiële gebouweenheid en gebruikt hiervoor het softwareprogramma van de overheid. Daarna bezorgt de energiedeskundige dit EPC aan de eigenaar.

    Gebouwgebruikers zijn verplicht om op vraag van de gebouweigenaar alle nodige energiegebruiksgegevens aan te leveren die nodig zijn om het energielabel voor het EPC NR te kunnen bepalen.

Geldigheid

  • Een EPC van een niet-residentiële gebouweenheid is maximaal 5 jaar geldig.
    Het EPC NR vervalt:
    • als de gebouweenheid van bestemming verandert bijvoorbeeld van niet-residentieel naar wonen of industrie)

    • als een nieuw EPC wordt ingediend.

Inhoud van het EPC NR

Tijdslijn van verplichtingen

De verplichting om over een EPC NR te beschikken, zal stap voor stap verscherpen tot elke grote niet-residentiële gebouweenheid in 2026 over een EPC beschikt, ook zonder dat het overgedragen of verhuurd wordt.

De overheid en publieke organisaties hebben een voorbeeldfunctie en zet daarom enkele stappen al vroeger.

  • Stap 1/12023

    Tussen 1 januari 2023 tot 30 april 2023 moest een niet-residentiële gebouweenheid bij verkoop, bij erfpacht, bij opstalrecht of bij het afsluiten van een nieuw huurcontract verplicht over een EPC NR beschikken.

  • Stap 1/52023
    • Op het moment dat de gebouweenheid wordt aangeboden voor bijvoorbeeld verkoop of verhuur, moet het EPC NR beschikbaar zijn.
    • Op het moment van de overdracht (uiterlijk op de datum van het verlijden van de akte of het vestigen van het opstalrecht of de erfpacht), moet het EPC NR aan de nieuwe eigenaar of nieuwe huurder bezorgd zijn.

    • uitzonderingen gelden voor:

      • tijdelijke constructies (minder dan 2 jaar in gebruik)

      • kleine alleenstaande gebouweenheden met bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 50 m².

  • Stap 1/12024

    Sinds 1 januari 2024 moeten alle gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen beschikken over een EPC voor niet-residentiële gebouwen.

    Het huidige EPC Publiek kan dus niet langer gebruikt worden om aan de verplichtingen voor publieke gebouwen te voldoen. Voor publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 250m² geldt bovendien een uithangplicht.

    Uitzondering voor kleine niet-residentiële publieke gebouwen: om aan de uithangplicht te voldoen, kan tot uiterlijk 1 januari 2025 een EPC Publiek gebruikt worden, op voorwaarde dat de metingen opgestart zijn voor 1 januari 2023 en dat het EPC uiterlijk op 1 februari 2024 werd ingediend. Nadien kan enkel nog een EPC kNR of een EPC NR gebruikt worden.

  • Stap 1/12025

    Vanaf 1 januari 2025 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan of gelijk aan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (of andere overdrachten) of verhuur.

  • Stap 1/12026

    Vanaf 1 januari 2026 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.

  • Stap 1/12028

    Vanaf 1 januari 2028 moeten alle grote gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen (behalve voor gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd onderwijs) over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt.

  • Stap 1/12030

    Vanaf 1 januari 2030 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt.

Om te voorkomen dat gebouwen die gesloopt worden nog een EPC moeten laten opmaken, voorziet de Vlaamse overheid in een uitzondering op de algemene EPC-verplichting (bovenstaande puntjes 2024, 2025 en 2026, 2028 en 2030). Gebouwen waarvoor een sloopvergunning werd verleend, moeten niet voldoen aan de EPC-plicht. De eigenaar (of erfpachter/opstalhouder) meldt dit uiterlijk één maand voor het EPC vernieuwd moet worden en bewijst binnen vijf jaar dat de sloopwerken werden voltooid. Let op: deze uitzondering geldt niet in geval van overdracht (bovenstaand puntje 2023). Bij alle notariële overdrachten blijft een EPC NR nodig.

Voorbeelden:

  • u verkoopt in 2024 een niet-residentieel gebouw: u zal op het moment dat het gebouw te koop wordt aangeboden een EPC NR moeten hebben en op het moment van overdracht zal het EPC NR aan de koper overhandigd moeten worden.
  • u bezit een niet-residentieel gebouw van 1800 m²: voor 1 januari 2025 moet u een EPC NR laten opmaken (algemene verplichting tot het hebben van een EPC NR). Tenzij het gebouw wordt gesloopt en er een sloopvergunning werd verleend. In dat geval moet u geen EPC NR laten opmaken.
  • u verkoopt in 2026 een niet-residentieel gebouw van 600 m²: uw gebouw beschikt al over een EPC NR (algemene verplichting voor het hebben van een EPC NR).

Nieuwbouweenheden

Nieuwe eenheden met een geldig EPC Bouw kunnen dat EPC Bouw gebruiken om te voldoen aan de EPC-verplichting. Merk op: een eenheid die voldoet aan de nieuwbouweisen, voldoet niet automatisch aan het minimale label voor het EPC NR. Dat laatste kan immers alleen aangetoond worden op basis van gebruiksgegevens, welke voor een nieuw gebouw niet bekend zijn.

Kost

Er is geen vaste kostprijs voor een EPC NR. De prijs hangt af van de grootte en de complexiteit van het gebouw en de verplaatsingskosten van de energiedeskundige type D. Het is het best de prijs en kwaliteit van verschillende energiedeskundigen te vergelijken.

Veelgestelde vragen