SP 16119 - Herziening van een heffing in de schenkbelasting ten gevolge van een heffing in de schenk- of erfbelasting
- Nummer
- 16119
- Datum beslissing
- 19 november 2024
- Publicatiedatum
- 3 december 2024
Heffing
- Erfbelasting
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.1.0.3. VCF
- art. 2.7.1.0.6. VCF
- art. 2.8.3.0.1. VCF
Standpunt
Artikel 2.8.3.0.1, §3 VCF bepaalt dat een secundaire schenking van een som, rente of pensioen mag worden afgetrokken van de belastbare grondslag van de hoofdbegiftigde.
Deze aftrek mag echter pas gebeuren als de secundaire schenking actueel is. In het geval van een schenking onder niet vervulde opschortende voorwaarde, gebeurt de heffing lastens de
hoofdbegiftigde dus in een eerste fase zonder aftrek.
Als de secundaire schenking actueel wordt – en de secundaire schenking dus zelf wordt belast – moet
ook de heffing op de hoofdschenking worden herzien.
1. Herziening van een heffing in de schenkbelasting ten gevolge van een heffing in de erfbelasting
Dergelijke secundaire schenking is vaak belastbaar met erfbelasting en niet met de schenkbelasting
(bij toepassing van artt. 2.7.1.0.3, 3° of 2.7.1.0.6 VCF).
Voorbeeld
S schenkt een effectenportefeuille ter waarde van € 200.000 aan zijn neef A, op last voor A bij het vooroverlijden van S een geldsom van € 100.000 te geven aan zijn andere neef B.
Heffing schenkbelasting: A 200.000 x 7% = 14.000
Bij overlijden van S, en gesteld dat B nog in leven is, kunnen zich twee hypotheses voordoen:
- B heeft de secundaire schenking aanvaard uiterlijk vóór het overlijden van S → de schenking valt onder de toepassing van art. 2.7.1.0.3, 3°
- B heeft de secundaire schenking niet aanvaard uiterlijk voor het overlijden van S → de verkrijging valt onder de toepassing van art. 2.7.1.0.6
In beide gevallen zal erfbelasting worden geheven in hoofde van B, tegen het tarief “anderen”. De schenkbelasting in hoofde van A moet worden herzien:
A 100.000 x 7% = 7.000, dus ontheffing 7.000
De door B verschuldigde erfbelasting dient door B (de secundaire begiftigde) eerst volledig te worden voldaan. Hierna kan A een verzoek tot ontheffing indienen voor de te veel betaalde schenkbelasting.
2. Herziening van een heffing in de schenkbelasting ten gevolge van een latere heffing in de schenkbelasting op een secundaire schenking
Dergelijke secundaire schenking kan ook belast worden met schenkbelasting, nl. wanneer de secundaire schenking pas in een latere akte aanvaard wordt door de derde of wanneer de opschortende voorwaarde van deze secundaire schenking zich vervult ten aanzien van deze derde .
Voorbeeld
S schenkt een effectenportefeuille ter waarde van € 200.000 aan zijn neef A, op last voor A een geldsom van € 100.000 te geven aan zijn andere neef B. B is in de schenkingsakte niet tussengekomen om te aanvaarden.
Heffing schenkbelasting: A 200.000 x 7% = 14.000
Nadien wordt een akte aangeboden waarin B de secundaire schenking aanvaardt.
De heffing wordt als volgt herzien:
S aan A: 100.000 x 7% = 7.000
S aan B: 100.000 x 7% = 7.000
Ontheffing in hoofde van A van 7.000; Bijheffing in hoofde van B van 7.000
Opmerking: De door B verschuldigde schenkbelasting dient door B (de secundaire begiftigde) eerst volledig te worden voldaan. Hierna kan A een verzoek tot ontheffing indienen voor de te veel betaalde schenkbelasting.
Historische versies
Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt: