Kom op tegen kanker: een heel brede vrijwilligerswerking
Kom op tegen Kanker is een vzw die zich inzet in de strijd tegen kanker. De organisatie wil minder kanker, meer genezing en een betere levenskwaliteit voor wie kanker heeft. Zoveel mogelijk mensen informeren en mobiliseren maar ook de vrijwilligers opleiden is hoe Kom op tegen Kanker dat doet.
Dankzij vrijwilligerswerk leren mensen heel erg veel bij. Ze kunnen hun talenten ontplooien en groeien.
Iedereen kent ze wel, de ‘plantjesvrijwilligers’ die elk jaar in september azalea’s verkopen ten voordele van Kom op tegen Kanker. Ook de 1.000 km is intussen een vaste waarde in het hemelvaartweekend. Dan klimmen meer dan 1.000 teams op de fiets om geld in te zamelen voor het goede doel. Voor de praktische organisatie wordt een beroep gedaan op vrijwilligers.
Werken met vrijwilligers is een bewuste keuze, maar vraagt een stevige structuur en begeleiding. De regio- en districtscoördinatoren volgen de vrijwilligers 1 op 1 op. Kom op tegen Kanker wil hen doen groeien als vrijwilliger en brengt allerlei vorming samen in de vrijwilligersschool.
Opleiding voor zorgvrijwilligers
Vooral de zorgvrijwilligers worden naar dat aanbod georiënteerd. Zorgvrijwilligers bezoeken kankerpatiënten en hun naasten in ziekenhuizen. Ze luisteren naar hen, gaan met hen in gesprek als ze daar behoefte aan hebben.
Alle zorgvrijwilligers volgen een basisopleiding. Daarin komen allerlei thema’s aan bod, zoals beroepsgeheim, grenzen en zelfzorg, communicatie bij ziektebeleving, … Ook de werking van Kom op tegen Kanker wordt uitgebreid toegelicht en de zorgvrijwilligers worden wegwijs gemaakt in de websites van Kom op tegen Kanker. Een van die websites verzamelt alle mogelijke informatie over kanker en de verschillende soorten.
Meer weten?
www.komoptegenkanker.be (opent in nieuw venster)
www.allesoverkanker.be (opent in nieuw venster)
Leerkansen voor vrijwilligers
Annemie Lemahieu, directeur Communicatie, Campagne en Fondsenwerving, vertelt dat vrijwilligerswerk sowieso veel leerkansen creëert, ook voor de vrijwilligers die niet direct een opleiding volgen. Ze geeft daarvan enkele voorbeelden.
“Voor events zoals de 1.000 km vragen we dat de deelnemers een stevige som geld inzamelen. Dat is een bewuste keuze. We willen echt dat mensen actievoeren, zo krijgen we veel zichtbaarheid en voelen kankerpatiënten zich niet alleen. Tegelijk leren de deelnemers ook hoe ze iets organiseren. Dat is niet voor iedereen evident en we voorzien heel wat ondersteuning: allerlei promotiemateriaal, best practices en opvolging via de coördinatoren. Eigenlijk stimuleren we zo de ondernemingszin van onze vrijwilligers. En we geven hun de kans hun talenten te ontdekken en ontplooien.”
“Voor ons is ook inclusief leren heel belangrijk. Ik herinner me een editie van de 1.000 km waarin een team van een gevangenis meefietste. Tijdens de plantjesweekends was er ook een project waarbij we vluchtelingen betrokken. Dat was een mooie gelegenheid om Nederlands te oefenen.”
“Veel hangt trouwens af van de groep op een locatie. In Maasmechelen hebben we bijvoorbeeld een erg sterk en divers team rond inloophuis Limani, een project dat we mee financieren. Zij doen als groep aan veel van onze activiteiten mee. Het team weerspiegelt de diversiteit die er sowieso is in Maasmechelen. Er zijn ook contacten met een plaatselijke moskee. We zien dat de verschillende culturen veel van elkaar leren, dat werkt verbindend.”